What to do in Shanghai

Veel Chinese collega’s zijn nieuwsgierig hoe ik mijn weekenden doorbreng. Als deze vraag van vrienden en familie komt, kan ik me er nog wel wat bij voorstellen. Tenslotte plannen niet veel mensen een romantisch weekendje Shanghai. Moet je ook niet doen. Boek dan toch maar lekker safe naar Parijs.

Daarentegen snap ik niet zo goed waarom de Chineesjes willen weten hoe ik de vrije dagen doorkom. Wat willen zij dan horen? Dat ik de vrijdag, zaterdag en zondag benut om me helemaal te bezatten aan Xin Tian Di? En daar een of andere ouwe kerel wijs maak dat hij zijn true love en soulmate heeft gevonden? Of dat ik de dagen tel alleen, zielig en huilend in mijn appartementje wachtend totdat het weer maandag is? Ik hoop toch echt niet het laatste. En ook niet het tweede.

Een cosmopolic girl like me met glamorieuze baan aan de andere kant van de wereld heeft in het weekend een volgeboekt programma. (wees er dan ook vroeg bij aangezien de wachttijden flink zijn opgelopen!) Je bent voor je werk in het buitenland of je bent het niet en dus neem je het er van!

Zo staat altijd de was op het programma. Bérgen was, want dat krijg je als je in je eentje woont. Daarnaast moet ik naar Carrefour, waar de boodschappen op me wachten. Moet per se op zaterdag gebeuren, want dan is het zo gezellig druk. We ruimen het huisje op en poetsen de boel met de ChineseFranse slag. Natuurlijk nog een beetje internetten en een beetje bellen naar Lief’s voicemail en nog een keer bellen om te checken of de voicemail nog steeds aanstaat. Tussendoor naar de dansschool, eten en drinken en niet te vergeten: Het Dutje. Je ziet, het bruisende weekend van een fashion babe is druk, druk, druk en voor je het weet is het weer maandag. Time flies when you are having fun!

Over slippertjes en bijna rampen (2)

Sommige opmerkingen kunnen je nek echt doen draaien.
Shanghai, 6 mei 2008
 
Geachte lezer,
het is tegenwoordig slecht gesteld. Het hoofd is volledig buitenspel gezet. De hersenen uitgeschakeld en het spookt Chinees in de achterkamer. “Deu ah! Deu, deu, deu*!”
Het is complete onzin wat uit de mond rolt.
 
Dat wordt bij thuiskomst lastig communiceren, aangezien lief Limburgs praat is. Nu is er niets mis met de zachte g. Gel/sjel… Een kniesoor die daar op let! Het zijn de kleine dingen als aanlopen, aanfietsen, aanrijden die me telkens weer hartverzakkingen bezorgen. En dan die teleurstelling wanneer er pudding wordt aangeboden en er yoghurt onder je neus wordt geschoven.
Of zompig. Ook zoiets. Dat woord gebruikt lief voor een nat koekje. (dat schijnt gewoon  Nederlands te zijn) 
Bij nader inzien…
Het is zo slecht nog niet, mien dutjs. Maar ik mis het hier wel de gggezelligheid en het gggenieten van de zachte g… Ik verheug me nu al op het AANrijden naar het vliegveld! Nog maar 7 weekjes slapen.
* Uit de losse pols vertaald: “Klopt! Klopt, klopt, klopt!”
 
Mede tot stand gekomen door ibendebiben

Wakker worden

Als je je ouders om tien uur in bed legt, een verhaaltje hebt verteld en een kusje hebt gegeven, dan loop je de kans dat ze op zondagmorgen errrugh vroeg wakker worden. Dat ze de televisie aanzetten op het educatieve ochtendprogramma* en rondlopen en kletsen en druk doen en eten pakken en borden laten rinkelen.

Dan sta je maar op en denk je terug aan die zondagen dat je in bed bleef liggen en er absoluut niet uit ging behalve om je maag te vullen. Als je dan ziet dat het regent, regent, dat de zon je dus adios heeft gezegd zonder jouw toestemming, dan krijg ik echt zin om een potje te chagerijnen. Moeilijk doen. Drama te maken.

Maar dan wordt er een kopje thee voor je neus gezet en een boterham voor je gesmeerd en zijn pap en mam reuzelief  en niet meer druk, druk, druk en vragen ze of je lekker hebt geslapen en tja, dan krijg ik toch wel weer zin in deze zondag. Onze laatste dag samen in Shanghai. Kom maar op!

* De televisieshow over WOII is echt een godsgeschenk. Pa en ma zitten lekker rustig aan de buis gekluisterd. Zo nu en dan hoor je allerlei nationalistische kreten, maar verder hoef je niet naar ze om te kijken. Heerlijk!

 

Dagje Shanghai

Alsof we nog niet genoeg tempels hadden bezocht in Putuoshan, zijn we gisteren – na een wasje draaien – langs de Jade Buddha Temple (Yu Fo Si) hier in Shanghai gegaan. Het was er prachtig (zoals de meeste buddhistische tempels). Heel sereen en de toeristen misschien nog serener. 

 

 Hier volgt een impressie van onze dag:

   

Na Yu Fo Si zijn we naar The Bund vertrokken, omdat het zo’n lekker weertje was en omdat dat moet. Je kunt toch niet thuiskomen en zeggen dat je in Shanghai bent geweest zonder een kiekje van The Bund? (deze gedachte deelden we met zo’n duizenden Chinezen)     
 

Na wat waaien aan de Bund zijn we via Nanjing Road naar de overkant gelopen (lees: de metro gepakt op People’s Square).

Op de vijfde verdieping van Super Brand Mall is er een vegetarisch restaurantje New Age Veggie. Volgens ons de beste plek om vegetarisch te eten met gevarieerde gerechten voor een goede prijs (ik citeer: “zelfs nog beter dan in Hong Kong! En zoooo goedkoop!” – ma). Na er voor de tweede keer te hebben gegeten (en het voornemen om alle komende dagen daar te eten ) zijn we heel tevreden naar huis gegaan. 

Op het moment van schrijven, kijkt pap naar zijn new favourite TV show over hoe de Chinezen de Jappen te slim af zijn tijdens WOII en boent moeder de vloer met een oud T shirt van pa – bij gebrek aan een echte poetsdoek. 

Moede(r)loze poetsdrang

“Goedemorgen! Hebben we je wakker gemaakt?”

“Neuh…”

“We praatten wel hard, he?”

“Neuh…”

“Ik ga de was doen. Waar moet ik heen?” (Grijpt de wasmand)

“Is op de derde verdieping. Kunnen we even wachten? Ik moet me nog aankleden en zo.”

“Dat is goed. Ik wil alleen zeker weten dat alles wordt gewassen. Moet dit ook nog in de was?” (prikt aan mijn pyjama)

Nee hoor, mam, deze heb ik gisteravond pas aangetrokken.”

“Laat je me dan even zien waar de was wordt gedaan? En hoe het allemaal werkt?”

“Weet je wat? Ik doe het dadelijk zelf wel . Voordat ik alles heb uitgelegd en zo…”

“Dat is goed. Doe je nu dan de was?” 

“Wanneer komen ze je kamer schoonmaken?”

“Ik heb werkelijk geen idee!”

“WAT!?!?! Maken ze je kamer niet schoon?” (grijpt naar haar hart)
“Het bed wordt toch ook elke dag opgemaakt? Ik weet alleen niet wanneer ze precies komen…”
“Vraag dan meteen of ze hier de boel eens goed stofzuigen! Er moet hier hoognodig gestofzuigd worden!”

“Ik vraag me af of ze hier wel stofzuigen.” (stom, stom, stomme opmerking!)

“WAT?!?!?!? Dan doe ik het zelf wel!”

“…Ik heb geen stofzuiger…”

“Als ik dat had geweten, had ik een stofzuiger meegenomen!”

Ik ben geen viezerik, ik ben hier maar drie maanden.