Tagarchief: Shanghai
Over slippertjes en bijna rampen (2)
Wakker worden
Dagje Shanghai
Alsof we nog niet genoeg tempels hadden bezocht in Putuoshan, zijn we gisteren – na een wasje draaien – langs de Jade Buddha Temple (Yu Fo Si) hier in Shanghai gegaan. Het was er prachtig (zoals de meeste buddhistische tempels). Heel sereen en de toeristen misschien nog serener.
Hier volgt een impressie van onze dag:
Na Yu Fo Si zijn we naar The Bund vertrokken, omdat het zo’n lekker weertje was en omdat dat moet. Je kunt toch niet thuiskomen en zeggen dat je in Shanghai bent geweest zonder een kiekje van The Bund? (deze gedachte deelden we met zo’n duizenden Chinezen)
Na wat waaien aan de Bund zijn we via Nanjing Road naar de overkant gelopen (lees: de metro gepakt op People’s Square).
Op de vijfde verdieping van Super Brand Mall is er een vegetarisch restaurantje New Age Veggie. Volgens ons de beste plek om vegetarisch te eten met gevarieerde gerechten voor een goede prijs (ik citeer: “zelfs nog beter dan in Hong Kong! En zoooo goedkoop!” – ma). Na er voor de tweede keer te hebben gegeten (en het voornemen om alle komende dagen daar te eten ) zijn we heel tevreden naar huis gegaan.
Op het moment van schrijven, kijkt pap naar zijn new favourite TV show over hoe de Chinezen de Jappen te slim af zijn tijdens WOII en boent moeder de vloer met een oud T shirt van pa – bij gebrek aan een echte poetsdoek.
Moede(r)loze poetsdrang
“Goedemorgen! Hebben we je wakker gemaakt?”
“Neuh…”
“We praatten wel hard, he?”
“Neuh…”
“Ik ga de was doen. Waar moet ik heen?” (Grijpt de wasmand)
“Is op de derde verdieping. Kunnen we even wachten? Ik moet me nog aankleden en zo.”
“Dat is goed. Ik wil alleen zeker weten dat alles wordt gewassen. Moet dit ook nog in de was?” (prikt aan mijn pyjama)
“Nee hoor, mam, deze heb ik gisteravond pas aangetrokken.”
“Laat je me dan even zien waar de was wordt gedaan? En hoe het allemaal werkt?”
“Weet je wat? Ik doe het dadelijk zelf wel . Voordat ik alles heb uitgelegd en zo…”
“Dat is goed. Doe je nu dan de was?”
“Wanneer komen ze je kamer schoonmaken?”
“Ik heb werkelijk geen idee!”
“WAT!?!?! Maken ze je kamer niet schoon?” (grijpt naar haar hart)
“Het bed wordt toch ook elke dag opgemaakt? Ik weet alleen niet wanneer ze precies komen…”
“Vraag dan meteen of ze hier de boel eens goed stofzuigen! Er moet hier hoognodig gestofzuigd worden!”
“Ik vraag me af of ze hier wel stofzuigen.” (stom, stom, stomme opmerking!)
“WAT?!?!?!? Dan doe ik het zelf wel!”
“…Ik heb geen stofzuiger…”
“Als ik dat had geweten, had ik een stofzuiger meegenomen!”
Ik ben geen viezerik, ik ben hier maar drie maanden.