#ikmisslaap

Ik mis slaap.
Ik mis slaap zó erg, dat ik het patent op de hashtag #ikmisslaap maar ga aanvragen.
Dan laat ik #ikmisslaap op kussenslopen drukken en verkoop ik het via Marktplaats.
Want slapeloos rijk worden is the new black.

Een keertje weinig slapen is geen probleem.
Zeker niet als je de volgende dag flink kunt bijslapen.
Duurt het allemaal wat langer, laten we zeggen een maandje of zeveneneenhalf, dan ga je toch wel wat kuren vertonen.

Mijn lijf doet zeer, de ogen prikken en mijn geheugen is een plakje gatenkaas.
Zelfs mijn hoofd rechtop houden voelt als een 30 days challenge.
Maar ja, het hoort erbij, hè.
Ik klaag niet, hoor!
Nee, echt niet.
Maar als je er naar vraagt, dan zeg ik het gewoon.

Watermeloen wordt vaak wakker.
Dat is niets nieuws.
Maar sinds kort is het echt een mama’s kindje.
Lief is heel lief.
Maar Watermeloen krijgt hij niet stil.
Huilen, huilen doet de meloen totdat ik kom.
Dan wordt hij stil, laat een scheet en slaapt ie verder.
Ik voel me net zo’n explosieven-onschadelijk-maker.

En echt.
Het is vleiend.
Het is fijn dat iemand blij wordt als ie je ziet.
Het is ook best prettig – ik geef het toe – om slaapverwekkend te zijn.
Maar elke nacht is gewoon vermoeiend.
Tot nu toe wisselden Lief en ik elkaar namelijk af.
Dan kregen we tenminste allebei een beetje geen slaap.
Maar nu.
Nu moet ik er dus telkens uit.
Elke. Keer.

Zo sliep ik vannacht maar liefst 62 seconden.
En iedereen weet: overdaad schaadt.
Mij hoor je dan ook niet klagen.
Behalve misschien een beetje.
Maar alleen tegen Lief, hoor!
Want je krijgt er zoveel voor terug.

Hij: Heb je niet genoeg geslapen dan?
Ik : Nee, jij toch ook niet?
Hij: Ik heb wel lekker geslapen, hoor.
Ik : Hoe kan dat nou? Jij bent er toch ook drie keer uit geweest?
Hij: Ik ben er niet uit geweest.
Ik : Jawel! Drie keer, weet je nog?
Hij: Ik ben er niet uit geweest.
Ik : Hè?!
Hij: Ik ben er echt niet uit geweest.
Ik : Jij ging er uit, maar Watermeloen werd maar niet stil totdat ik kwam.
Hij: …
Ik : Weet je nog? Hij ging toch telkens lachen …als ie mij zag.
Hij: Huh?
Ik : Huh?
Hij: Huh?
Ik : Ik dacht dat ie een mama’s kindje was.
Hij: Misschien in je dromen?

Misschien zijn we allemaal gewoon een beetje moe.
#veeltemoe

De enige echte #ikmisslaap kussenslopen zijn voorlopig nog niet verkrijgbaar.
Maar als je mij wilt sponsoren slapeloos rijk te worden: like en deel dit bericht en wie weet stuur ik je mijn rekeningnummer! 

Hij en ik: proberen het niet meer

Ik : Welke wedstrijd is vanavond?
Hij: Feyenoord-FC Utrecht
Ik : Oh, maar die doen niet mee met de top, toch?
Hij: Jawel. Het is de bekerfinale.
Ik : Huh?
Hij: praat langzamer en begint te articuleren Het is de be-ker-fi-na-le.
Ik : Ik dacht dat het om PSV en Ajax ging. aangezien Lief al een hele week roept dat op zijn verjaardag PSV kampioen kan worden
Hij: Het gaat alleen om PSV. Maar dit gaat om de beker.
Ik : Ik snap het niet meer.
Hij: Je hebt het nooit begrepen.

Gelukkig begrijpt u wel dat Lief de rode kaart kreeg na deze grove overtreding.

Hij en ik: van Limburgs makelaardij

Ik : “Hoe schrijf je makelaardij?”
Hij: “Hoezo?”
Ik : “Gewoon, even checken.”
Hij: “Wat wil je schrijven dan?”
Ik : “Dat je van Limburgs makelaardij bent.”
Hij :”Van Limburgs makelaardij?!”

Lief verkoopt geen huizen.
Hij werkt ook niet in de woningsector.
Of voor Funda.
Ik bedoelde gewoon, je weet wel, dat ‘ie van Limburgse afkomst was.

makelaardij, makelij… het lijkt ook allemaal op elkaar, niet waar?

Wat losse kreten

Vanmorgen aan de ontbijttafel.
Ik :  Woon je nu bijna twintig jaar in Nijmegen?
Hij:  Iets korter.
Ik :  Sinds 1998 of zo?
Hij:  Ja, zoiets. Achttien jaar. Hoezo?
Ik :  Oh, gewoon.
Hij:  Je gaat me toch niet voor de gek houden op je blog, he?

Toen we langs een stoplicht reden.
Ik  :  Puk, kijk! Welke kleur is dat?
Puk:  GROEN!
Ik  :  En in het Chinees zeggen we…?
Puk:  ROOD!

Toen ik achter de laptop een stukje typte.
Puk:  Lieve mama, mag ik ook eventjes typen, alsjeblieft?
Ik  :  Nu nog niet, straksjes.
Puk:  (verontwaardigd) Maar ik heb het lief gevraagd!

Toen Lief zei dat Puk niet alle kaas had mogen pakken.
Hij :  Maar waarom huil je?
Puk:  Ik huil niet.
Hij :  Niet?
Puk:  Er zit gewoon iets in mijn oog.

Toen het tijd werd voor chocola. Volgens Puk dan.
Puk:  Mama?
Ik  :  Ja?
Puk: Sssst! Niet zo hard!
Ik  : (op fluistertoon) Sorry.
Puk: Zullen we stiekem paashaas eten?

Niet te filmen

Ik wil niet zielig doen – maar ik doe het toch.
Lief en ik gaan nooit naar de film.
Nooit.

Voor degenen die denken dat ik overdrijf.
Lief en ik kennen elkaar bijna zestien jaar en in die zestien jaar zijn we welgeteld naar drie films geweest.

De eerste was Moulin Rouge (2001)
Ik vond het fantastisch!
Lief vond de muziek wel leuk (yeah right).

In Hong Kong zagen we samen Men in Black II (2002)
Ik vond het fantastisch!
Lief lachte één keer.

De derde en laatste film die we samen zagen was Revolutionary Road (2008).
Ik vond het fantastisch!
Lief heeft geleden alsof de tandarts zonder verdoving alle tanden uit zijn mond had getrokken.
Mocht je daar nog over willen lezen, klik hier

Het moge duidelijk zijn.
Lief is geen movie-material.
Hij kijkt veel liever voetbal.
En guess what?
Ik háát voetbal.
Dus gaat hij nooit met mij naar de film.
En zit ik nooit naast hem op de bank voetbal te kijken.
Zo’n harmonieus stel zijn we wel weer.

Maar vorige week zondag was het dan ein-de-lijk zo ver.
Ik zag weer eens een film.
IN DE BIOSCOOP!
Man, wat was ik blij!
Gezellig met zijn tweetjes naar de film.
Ik nam zakdoekjes mee, kocht een bak schandalig zoete popcorn en maakte 100 selfies.
We waren een kwartier te vroeg, maar ik heb gedanst in de foyer.
Het was Kerstmis en Pasen en Zomervakantie tegelijk.
Wat was ik gelukkig.

Ik vond het fantastisch!
En Puk?
Die vond de popcorn het leukst.