De paradijselijke ober

Als nep-Chinees maak ik regelmatig dankbaar gebruik van de andere nep-Chinees.

Toch kan het eten niet op tegen de authentieke gerechten uit de keukens waar geen fusion heeft plaatsgevonden. Waar je heerlijk dim sum kunt eten, zonder dat er een klodder satésaus overheen is gegoten.

In Utrecht bijvoorbeeld.
Midden in het centrum.
Daar kun je naar hartelust echt Chinees eten.
Over het eten niets dan lof.
Werkelijk hemels.

Daar hoef ik geen logje aan te wijden.

Het gaat om de ober, aldaar.
En dan heb ik het niet eens over de bediening, nee, het gaat om één specifieke ober.

Met een nogal specifieke gebruiksaanwijzing voorkeur voor efficient werken.

Zo reserveerde Gijs onlangs een tafel voor acht man.
En Gijs, dat klinkt niet bepaald als een Wong, Lee of Cheng.
Nee, dat is gewoon een oerhollandse naam.

En bij oerhollandse namen wordt de tafel op zijn oerhollands gedekt: met een vork, een mes en een lepel. No chopsticks for the none-Chinese!

 
Op de vraag of wij alsnog een setje stokjes erbij konden krijgen, was het antwoord:
“U had er niet om gevraagd.”
En daarmee was de kous af.
Niet gevraagd bij de reservering dus no chopsticks!

Consequent als hij is, hebben we van hem geen stokjes meer gekregen.

En de grap is, dat dezelfde ober met gebruiksaanwijzing ons bij een vorige gelegenheid al eens stokjes had geweigerd. Want wij hadden plaatsgenomen en er niet naar gevraagd. Dus had hij het eetgerei al neergelegd en moesten we met een vork in onze noodles prikken.

Maar het eten was gelukkig wel paradijselijk.
Daar hoef ik geen logje aan te besteden.
Mocht u echter ooit in hartje Utrecht geen vorkje willen prikken in uw echt Chinees eten, wees dan zo snugger en vraag naar de stokjes vòòrdat de ober het bestek neerlegt.

Augurken met slagroom

Afgelopen vrijdag was ik op kraamvisite bij een vriendinnetje met een geweldige nieuwe baby. Het was dat de nieuwe moeder haviksogen had, anders had baby Damla bij mij in de tas gezeten. Zo’n snoezig lief meisje was het!

Na alle babyvoeding begon ook mijn maag te rammelen en ging ik met een ander vriendinnetje lunchen. In Den Bosch. Dat is me toch een leuke stad! Als het aan mij had gelegen, verhuisden we daar meteen naar toe. Bye Bye Nijmegen. Hello Den Bosch! De sfeer is gemoedelijk en – niet onbelangrijk – er zijn meer dan genoeg leuke eetgelegenheden om tien kilo aan te komen zonder er een traan om te laten.

Vriendinnetje vertrekt begin november voor ons werk naar Shanghai. Zo’n zes weken zal ze in die mooie stad vertoeven. En natuurlijk gaat er bij mij dan weer het een en ander kriebelen.
Shanghai. Terug. Naar de lieve Chineesjes met hun rare aparte gewoontes.
Voorlopig moet ik het maar doen met haar verhalen!

Aangezien Den Bosch dichtbij Utrecht ligt, belde ik Zus nog even op. Wat ze aan het doen was en of ze het leuk vond als ik nog even langskwam. “Ja, hoor! Gezellig! We eten pannenkoeken!” en ik was om, ondanks mijn lunch van salade met geitenkaas en een dame blanche die gerust Madame Blanche had mogen heten.

Hoe dan ook. Pannenkoeken, die lust ik wel! Zeker omdat het al veel te lang geleden was dat ik die op had. En omdat Zus van een pannenkoek nog een Michelin-ster-waardige maaltijd kan maken. Het water liep me al in de mond.

Ik was alleen een beetje vergeten dat Zus zwanger is.
En vrouwen met kindjes in hun buik kunnen soms een beetje, uhm, anders worden.
Naast een volledige gedaanteverandering (zeg maar gerust extreme makeover) kunnen zij ineens volledig van smaak veranderen. Zus is hierop geen uitzondering.

Eerst kreeg ik een heerlijke pannekoek met kaas.
Daar schonk ik wat stroop overheen.
Verrukkelijk!

Of ik er nog één lustte.
Maar natuurlijk!
Wat was ik verbaasd toen in plaats van nog zo’n lekkere kaaspannekoek, aardbeien, warme kersen, slagroom en straciatella ijs op tafel werd gezet.
Volgens Zus kon dat best.
Een toetje als maaltijd.

Tja, wie ben ik dan om een zwangere vrouw tegen te spreken?

Hoe Kwangie eindelijk in Utrecht belandde

Toen ik gisteren naar het station fietste, was ik erg in mijn nopjes dat de hevige bui die over Nijmegen trok, plaats had gemaakt voor een stralend zonnetje. What a timing, Kwangie! Subliem!
Inderdaad, wat een timing. Diezelfde bui had zojuist ingeslagen op het NS-spoorwegen-systeem en met geen mogelijkheid reed er een trein van of naar Nijmegen. PARDON!?!

“Maar ik moet naar Utrecht!”
“Er rijden geen treinen van of naar Nijmegen, mevrouw.”
“Ook niet naar Utrecht?”
“Nee, omdat er geen treinen van of naar Nijmegen rijden, mevrouw. Blikseminslag.”
“Ook niet vanaf station Heijendaal?”
“Dat heeft geen zin, mevrouw.”
“Hoe kom ik dan in Utrecht?”
“De NS zet bussen in, mevrouw, dat kan nog wel eventjes duren.”

 
Gijs wordt 30.
En dat wordt ie maar één keer. Dus moest en zou Kwangie in Utrecht geraken, want ondanks jarenlange campagnevoering mijnerzijds, wonen Zus en Gijs in Utrecht. Ookal is Nijmegen véél handiger. En gezelliger. En meer naast de deur.

Dus begon het Grote Wachten. En het alles-nèt-missen-gebeuren.
Mijn Grote Reis naar Utrecht was net een slechte soap. Ontzettend voorspelbaar dramatisch met bijbehorende ontberingen.

Allereerst vertrok de bus naar Arnhem zonder Kwangie. Want bus was al vol en Kwangie mocht niet voorkruipen van de NS-meneer.
Dus stapte ik in de bus naar Oss die mij in een uur (!) naar Brabant bracht. Aansluiting naar Den Bosch gemist, waardoor aansluiting naar Utrecht gemist. Grrrrr!
Tussendoor regende het hier en daar en vooral overal waar Kwangie was.
Bovendien deed honger zijn intrede.
Het.was.gewoon.niet.leuk.meer.

Uiteindelijk om 22:45 koud, verregend en hongerig netjes op de plaats van bestemming.
Toch knap om vier uur onderweg te zijn en nergens te komen! Een hele prestatie, al zeg ik het zelf.

Tot slot wil ik graag nogmaals een verzoek indienen bij Zus en Gijs.
Kom alsjeblieft met mijn toekomstige neefje/nichtje in Nijmegen wonen.
Dat is véél handiger. En gezelliger. En meer naast de deur.