Toen ik gisteren naar het station fietste, was ik erg in mijn nopjes dat de hevige bui die over Nijmegen trok, plaats had gemaakt voor een stralend zonnetje. What a timing, Kwangie! Subliem!
Inderdaad, wat een timing. Diezelfde bui had zojuist ingeslagen op het NS-spoorwegen-systeem en met geen mogelijkheid reed er een trein van of naar Nijmegen. PARDON!?!
“Maar ik moet naar Utrecht!”
“Er rijden geen treinen van of naar Nijmegen, mevrouw.”
“Ook niet naar Utrecht?”
“Nee, omdat er geen treinen van of naar Nijmegen rijden, mevrouw. Blikseminslag.”
“Ook niet vanaf station Heijendaal?”
“Dat heeft geen zin, mevrouw.”
“Hoe kom ik dan in Utrecht?”
“De NS zet bussen in, mevrouw, dat kan nog wel eventjes duren.”
Gijs wordt 30.
En dat wordt ie maar één keer. Dus moest en zou Kwangie in Utrecht geraken, want ondanks jarenlange campagnevoering mijnerzijds, wonen Zus en Gijs in Utrecht. Ookal is Nijmegen véél handiger. En gezelliger. En meer naast de deur.
Dus begon het Grote Wachten. En het alles-nèt-missen-gebeuren.
Mijn Grote Reis naar Utrecht was net een slechte soap. Ontzettend voorspelbaar dramatisch met bijbehorende ontberingen.
Allereerst vertrok de bus naar Arnhem zonder Kwangie. Want bus was al vol en Kwangie mocht niet voorkruipen van de NS-meneer.
Dus stapte ik in de bus naar Oss die mij in een uur (!) naar Brabant bracht. Aansluiting naar Den Bosch gemist, waardoor aansluiting naar Utrecht gemist. Grrrrr!
Tussendoor regende het hier en daar en vooral overal waar Kwangie was.
Bovendien deed honger zijn intrede.
Het.was.gewoon.niet.leuk.meer.
Uiteindelijk om 22:45 koud, verregend en hongerig netjes op de plaats van bestemming.
Toch knap om vier uur onderweg te zijn en nergens te komen! Een hele prestatie, al zeg ik het zelf.
Tot slot wil ik graag nogmaals een verzoek indienen bij Zus en Gijs.
Kom alsjeblieft met mijn toekomstige neefje/nichtje in Nijmegen wonen.
Dat is véél handiger. En gezelliger. En meer naast de deur.