Hij en ik: uit-uit is uit

Ik had een heel stukje geschreven over dat uit-uit zo uit niet meer is tegenwoordig.
Het was allemaal best grappig, al zeg ik het zelf.
En dat deel ik graag met Lief.

Ik  : Lief, jij gaat hier naar luisteren!
Hij : O ja?
Ik  : Ja, jij gaat luisteren, want dit is grappig.
Hij : Okee…
Ik  : Vandaag heb ik geleerd dat je het woord ‘moeten’ beter kunt vervangen door ‘gaan’, ‘willen’ of ‘mogen’. Dan voelt de luisteraar zich niet gedwongen, ookal leg je hem iets op.
Hij : Huh?
Ik  : Ja, jij moet niets, maar je gáát wel luisteren!
Hij : Okee…
Ik  : Luister je?
Hij : Ja ja ja…

Vol overtuiging las ik mijn blogje voor.
Hier en daar moest ik heel erg grinniken.
Maar ik las zo goed mogelijk verder.

Ik  : En?
Hij : Hmmm…
Ik  : Hmmm???
Hij : Het duurt lang en leidt nergens toe.
Ik  : WAT?!
Hij : Het is gewoon niet zo grappig.
Ik  : Niet?! Ook niet … ? En … ? Dat is toch wel grappig?
Hij : Je wilt toch feedback?
Ik  : Nou?
Hij : Nou, ik vind het niet grappig.

Glashard is ie. Glashard.
En kritisch.
En een beetje stom.
Maar het gevolg is dus dat ik nu geen blogje heb.
Want u begrijpt.
Het is uit-uit.

(k)ramp!

Midden in de nacht gebeurde het.
Eerst leek het op een zachte tinteling.
Maar in een ruk was ik wakker.
Wat gebeurde daar?!

(K)RAMP!
In mijn kuit.
$%& ^%$*

Normaal gesproken ben ik zo lenig als een slangemens uit het Chinese Staatscircus.
Maar nu, nu zit die buik dus in de weg!
Met geen mogelijkheid kreeg ik mijn voet te pakken.
En ondertussen raakte mijn kuit zo verkrampt dat het een eigen leven ging leiden.
Als Quasimodo.
Maar dan zonder een Dame om aan te hangen.

Het enige wat ik nog uit kon kramen waren stevige krachttermen en  “Lief! Lief! LIEF! AAAAARGH!!!”
Gelukkig werd Lief meteen wakker.
Hij twijfelde geen moment. Greep mijn been. En gaf het flink wat tegengas.
De kuit gaf echter niet op.
Het mormel bleef trekken en moeilijk doen.
En liet zich met geen mogelijkheid bedaren.

Na een strijd van leven op dood een kwartier, ging het eindelijk een beetje beter.
Ik was helemaal kapot.
En trilde nog na van het hele gebeuren.
Mijn hemel, gaat dit vaker gebeuren?
Hoe hou ik dat dan vol?

Lief voelde mijn angst en nam me in zijn armen.
Zachtjes fluisterde hij dat hij zich rot was geschrokken.
“Ik ook, Lief, ik ook,” snikte ik.
Wat is het toch een schat.
Samen kunnen we de hele wereld aan!

Zegt Lief doodleuk: “Ik dacht dat er iets érgs aan de hand was!”

Het grote namenboek

Sinds enkele weken (of bijna een half jaar alweer…) zijn Lief en ik de trotse bezitters van een groot probleem:
het vinden van dé naam.

Allereerst willen we graag een naam die we allebei leuk vinden.
Alleen vindt Lief niets leuk.
Dat maakt het hele gebeuren er niet gemakkelijker op.

Ik  : Wat vind je van …?
Hij : Is dat een echte naam?!
Ik  : Ja, écht! Als je het niets vindt, moet je dat gewoon zeggen, maar het is een echte naam!
Hij : Nou, dan vind ik het niets.

De ene naam rijmt op iets, de andere naam is weer vervloekt door een stomme klasgenoot van -tig jaar geleden.
En zo verdwijnen alle namen *hup!* in de prullenbak.

Hevig gefrustreerd opper ik dat Lief anders lekker zélf met een paar namen komt, aangezien hij toch niets leuk vindt.
Maar zo werkt dat niet, he?
Want Lief weet alleen wat hij níet leuk vindt.
Wat hij wél leuk vindt, dat weet hij zelf ook niet.
En zo zijn er best wel veel namen de revue gepasseerd en een stille dood gestorven.

Gelukkig kunnen we altijd rekenen op hulp van onze familie.
De broer en zussen van Lief hebben onlangs een briefje met twintig namen opgeschreven.
Allemaal namen die ze bij ons vonden passen.
Om ons een beetje op weg te helpen (en waarschijnlijk omdat ze de wanhoop in onze ogen zagen).

Ook onze neefjes proberen hun bijdrage te leveren.
Neefje J. van zes komt met namen van leuke kinderen uit zijn klas.
En kleine L. van vier stelde voor om ons kind “Slakkiebakkie” te noemen.
Of “Slokkieslokkiekoekkie”.
Of “Spelletje”.

Tja, als we echt ten einde raad zijn, kunnen we inderdaad gaan voor Slakkiebakkie.
Of Slokkieslokkiekoekkie.
Of Spelletje.
Het is alleen de vraag hoe lang het duurt voordat de Kleine ons bij de Kinderbescherming aangeeft.

Hij en ik & Hij en hij

Hij      : Ik durf niets meer tegen je te zeggen! Dadelijk zet je me weer voor gek voor de halve wereld.
Ik       : Ach, er leest toch niemand mijn blog.
Toch, mensen?
Laten we Lief maar geruststellen.
Al moet wel gezegd worden dat dit stukje de gemoederen flink bezig heeft gehouden.
Weliswaar niet hier op kwangie.punt.nl, maar op een ander stukje social media.
Het zal u weinig verbazen dat het een conversatie tussen een Hij en Hij en Hij was.
Om verwarring te voorkomen zal ik de Hij-personen even kort introduceren hier.
Hij     = Lief
Hij 2  = vriend van Hij 3
Hij 3  = de Lief van Zus
Hij      : Vrouwen…
Hij 2   : Gelukkig heeft ze jou gefingeerd
Hij      : Dacht inderdaad eventjes dat ze oprecht geïntesseerd was.
Hij 2   : Ik ken die zinloze gesprekken voor het slapen, en mijn collega’s maar altijd vragen waarom ik ’s ochtends zo
            moe uitzie
Hij      : Hahahaha… Mijn koffieverslaving is ook voor 90% hierop terug te voeren!
Hij 2   : Zal de cola verslaving van Hij 3 door haar zus komen? hahahha
Ik       : Hee hee! Watch it, will you guys?
Hij 2   : Wees blij dat wij niet bloggen 😉
Hij 3   : Inderdaad, Hij 2, ze is daar vreselijk goed in 🙂 zit in de familie.
Hij 2   : We moeten weer een keer een eendje eten of kleine Chinese tapas om hierover te praten 😉
Hij 3   : Klinkt goed #duck #yamcha (dimsum, red.)
Hij 4   : Hooligan die je bent 😉
Hij 5   : Echte Chinezen he, alles wordt bij de eettafel uitgepraat.
Zoals je ziet praten mannen inderdaad graag over vrouwen (maar niet op de manier zoals wij dénken dat ze het over vrouwen hebben).
Wat me nogal verbaasde is hoe snel het over iets anders ging (namelijk eten) en hoezeer er niet gesproken werd over dat andere (voetbal).
En eigenlijk klonk het allemaal best wel gezellig, vond je ook niet?
Ze kunnen het wel, praten over niets.
Waarom doen ze dat alleen nooit in bed?

Hij en ik: Praten over stilte

Lief heeft zo zijn dingetjes.
Hij vindt cola in een mok niet kunnen.
Laat staan eruit drínken.
Dat is echt te raar.

Ook snapt Lief niet dat je als vrouw veel tijd nodig hebt om te praten over niets.
Dat het beste moment daarvoor ’s avonds is.
Als je net in bed ligt, zo aan het eind van de dag.
En het maakt niet uit wát je zegt, als je maar gezellig meedoet.

Nu moet u weten dat Lief praten over niets een ontzettende marteling vindt.
Ik denk oprecht dat hij liever elke dag een kilo bananen eet, dan dat hij vrijwillig gaat praten over onzin.
Hij houdt er niet van en hij onderneemt weinig actie om het leuker te gaan vinden.

U begrijpt het: Lief is niet zo’n spraakzame.
Verder is hij over het algemeen behoorlijk nuchter.
Er is gewoon weinig waar hij zich druk over maakt.
Hij besteedt geen tijd aan dingen-die-er-toch-niet-zijn of aan dingen-die-je-niet-kunt-veranderen of aan praten over niets.
Got the picture?

Nou, diezelfde Lief, kan zich wél behoorlijk opwinden over PSV.
Daar is ie namelijk fan van (ik weet nog steeds niet wat het verschil is tussen een fan, supporter of hooligan, maar dat terzijde).
Als PSV moet voetballen, zit hij op het puntje van de bank te wiebelen.
Hij bijt nagels, klapt in de handen, springt op en neer en -afhankelijk van de stand van zaken- vervloekt hij de boel of zit ie met een lach van oor tot oor te glunderen.
Het is werkelijk verbazingwekkend.
“Anders gaan jullie toch alvast douchen als je toch al niets staat te doen!” roept ie naar de televisie.
En echt, Lief blijkt behoorlijk creatief te zijn op zulke momenten.
Het is bijna ongelooflijk dat hij niet verder kwam dan “ik denk het niet” op mijn vraag of er meer is na de dood.

Maar goed.
It takes two to tango!
Dus dacht ik laatst, laat ik me eens openstellen en interesse tonen in zijn geliefde club.
Ik vind het zelf ook vieze woorden, maar het schijnt goed te zijn voor je relatie.

Ik  : Hoe gaat het met PSV?
Hij : 1-1, maar de verdediging van PSV is zo …
Ik  : Wat zei je?
Hij : Dat de verdediging zo zwak is dat het alle kanten op kan. Ik acht de kans dat ze verliezen groot.
Ik  : Oh…
En toen kwam er een heel verhaal over ene Mandelef (sorry voor de fonetische spelling) en ik geloof dat Lief ook nog begon over één of andere strategie (van spelers verkopen, inzetten en weet ik veel wat). Dit alles werd gevolgd door een heel monoloog over iedere speler apart.
PFFFFFFFFFFF!!!

Gelukkig begon toen net de tweede helft en viel het spraakorgaan van Lief weer volledig uit.
Heerlijk die stilte!