Sinds enkele weken (of bijna een half jaar alweer…) zijn Lief en ik de trotse bezitters van een groot probleem:
het vinden van dé naam.
Allereerst willen we graag een naam die we allebei leuk vinden.
Alleen vindt Lief niets leuk.
Dat maakt het hele gebeuren er niet gemakkelijker op.
Ik : Wat vind je van …?
Hij : Is dat een echte naam?!
Ik : Ja, écht! Als je het niets vindt, moet je dat gewoon zeggen, maar het is een echte naam!
Hij : Nou, dan vind ik het niets.
De ene naam rijmt op iets, de andere naam is weer vervloekt door een stomme klasgenoot van -tig jaar geleden.
En zo verdwijnen alle namen *hup!* in de prullenbak.
Hevig gefrustreerd opper ik dat Lief anders lekker zélf met een paar namen komt, aangezien hij toch niets leuk vindt.
Maar zo werkt dat niet, he?
Want Lief weet alleen wat hij níet leuk vindt.
Wat hij wél leuk vindt, dat weet hij zelf ook niet.
En zo zijn er best wel veel namen de revue gepasseerd en een stille dood gestorven.
Gelukkig kunnen we altijd rekenen op hulp van onze familie.
De broer en zussen van Lief hebben onlangs een briefje met twintig namen opgeschreven.
Allemaal namen die ze bij ons vonden passen.
Om ons een beetje op weg te helpen (en waarschijnlijk omdat ze de wanhoop in onze ogen zagen).
Ook onze neefjes proberen hun bijdrage te leveren.
Neefje J. van zes komt met namen van leuke kinderen uit zijn klas.
En kleine L. van vier stelde voor om ons kind “Slakkiebakkie” te noemen.
Of “Slokkieslokkiekoekkie”.
Of “Spelletje”.
Tja, als we echt ten einde raad zijn, kunnen we inderdaad gaan voor Slakkiebakkie.
Of Slokkieslokkiekoekkie.
Of Spelletje.
Het is alleen de vraag hoe lang het duurt voordat de Kleine ons bij de Kinderbescherming aangeeft.