Modus Overmoed

Vandaag is het derde trimester begonnen.
Met het aanbreken van de laatste fase, kwam Overmoed om de hoek kijken.
En hoe!
Nergens zijn er beren op de weg.
En als ze er zijn, eet ik ze gewoon op.
Groot voordeel van zwanger zijn: niemand zegt “Zou je dat nou wel doen?” als je weer iets in je mond propt.

Op een dag werd ik wakker en wist ik het zeker: ik moet een naaimachine kopen.
Hoe moeilijk kan het zijn?
Zo’n jurkje of kussenhoes.
Is dat niet gewoon een kwestie van Immer Gerade Aus?
Dat ik nog nooit in mijn leven met naald en draad heb gewerkt, is maar een klein detail.
In gedachte telde ik de keiharde euro’s uit die ik allemaal ging besparen.

De vraag is alleen wanneer ik dit ga doen.
Want in 2013 ga ik ook nog een trilogie schrijven.
Een commercieel succes dat uiteraard verfilmd gaat worden.
En om fatsoenlijk op de rode loper van de premiere te kunnen verschijnen, zal ik in no time fotomodellenslank worden.
Ik ben immers E.L. James niet.
Geef toe: toen je haar voor het eerst zag, kreeg ‘Vijftig Tinten’ een vreemd tintje, niet waar?

Hoe dan ook, slank word je niet vanzelf. Daarvoor ga ik hardlopen. Lekker buiten.
Dat ik niet kan rennen, is maar een klein probleem.
Als ik begin met een uurtje per dag, kan ik me wel inschrijven voor de marathon in New York.
Dus struin ik internet af voor trainingsschema’s, leuke outfits en vliegtickets.
Het is een kwestie van dóen.
Ergens in 2013.

Wat nog meer op de agenda staat?
De Kleine uitpoepen welkom heten!
En het begint een beetje te dagen waarom de natuur Modus Overmoed heeft bedacht.
Het schijnt namelijk dat de Kleine nog aan een groeispurt gaat beginnen.
Terwijl mijn buik al een omtrek heeft van een meter!
Hoe gróót maken ze die baby’s tegenwoordig?
En waarom is de opening dan zo klein?
Daar had beter over nagedacht kunnen worden.

Maar ik maak me niet echt druk over de bevalling.
Hoe moeilijk kan het zijn?
Gewoon een beetje jammeren, tot in den treure puffen en heel hard krijsen, toch?
En op het moment suprême roep je met een boze blik “JIJ RAAKT MIJ NOOIT MEER AAN!”.
Tegen Lief uiteraard.
Niet tegen de verloskundige.
Maar als het van toepassing is, roep je het alsnog naar allebei.
Als je het zo bekijkt, is het écht een eitje!

Verstoppertje

“Lief! Lief! Voel eens! Ze schopt! HIER!”
Met een zucht en een kreun, gaat Lief zo liggen dat hij zijn handen op mijn buik kan leggen.
Ondertussen houdt hij de televisie in de gaten.
Die elf zwetende mannen kunnen namelijk niet zonder Liefs toezicht.

“Ik voel niets…”, zegt Lief droog, lichtelijk geirriteerd dat hij voor de gek gehouden wordt.
“Ja, maar… Net was ze nog heel druk bezig…
“Ik krijg kramp in mijn pols,” bromt Lief, en hij schudt theatraal met zijn slapende pols.

Het moment dat Lief weer een beetje ge-re-installeerd is (lees: languit op de bank met de volle aandacht weer gericht op het elftal uit Eindhoven) begint de Kleine weer te dansen.
*Plop* *Plop*
“Lief! Ze schopt NU!”

Als je ogen uit de kas konden rollen, dan waren die van Lief al onder de bank beland.
Dus ik grijp zijn hand en plant hem op mijn zij.
Lief zucht.
Samen kijken we gespannen naar de buik.
En ik hoop, bid, smeek de Kleine om een beetje actie.

“Ik voel niets…”
“Wacht nou.”
“…”
“Net was ze nog heel druk bezig!”
“Ik voel écht niets.”
“Oh, daar!”, roep ik triomfantelijk, “voelde je dat?”

Lief kijkt me onderzoekend aan.
“Echt niet? Oh, wacht. Daar! Dat was ze weer! Dat voelde je toch wel?”
“… Nee. Niets!” en Lief maakt aanstalten om zijn hand te bevrijden.
“Daar! Dat was ze weer! Voelde je dat? Het was bij je hand!”
“Nee, ECHT niet!”
“Helemaal niets?”
“Helemaal niets.”

En zo speelde de Kleine al een paar keer verstoppertje met haar vader deze week.

Over een nieuwe fase in je leven: het oma ondergoed

Met die Lolo Ferrari’s voorgevel van mij zit het wel snor tegenwoordig.
Als die buik er niet bij was gekomen, zou je vermoeden dat ik een bezoekje aan de Schoenmaker had gebracht.
Hoe dan ook valt niet te ontkennen dat er een extra vetlaagje op zit.

Toen ik ze echt niet meer binnen kon houden, zat er niets anders op dan een bezoek te brengen aan de lingerieafdeling van een grote kledingzaak. Lekker anoniem. En nooit het risico dat een verkoopster het gordijntje opentrekt om te “kijken” of alles wel goed zit. Daar heb ik zó’n hekel aan!

En dus ging ik op een drukke zaterdagmiddag op zoek naar nieuwe BusteHouders.
Eerst neusde ik op de ‘gewone’ lingerieafdeling tot ik tot de conclusie kwam dat de Mama afdeling misschien toch beter aan zou sluiten.
Helaas hebben ze voor mama’s alleen maar saai praktisch ondergoed.
Oftewel zwart, wit en huidskleur. Allemaal size Oma en vooral… Vreselijk Confronterend.
Met eigen ogen heb ik nu gezien wat eraan zit te komen: de transformatie van een vrouw naar een Moeke.
*TRAUMA!*
En eventjes twijfelde ik om alsnog voor de glitters, kant en lovertjes te gaan.
Maar wie maakte ik daar nu blij mee behalve Lief?
Dus nam ik me voor om met opgeheven hoofd verstandig te zijn.

Eerst deed ik alsof ik een beetje zat te neuzen.
Toen niemand oplette, stelde ik me verdekt op en glipte gauw achter een rek vol praktisch ondergoed.
Verwoed ging ik het rijtje langs op zoek naar mijn maat.
*zoek zoek zoek*
Grmbl…
Het was een ware hel om door de berg afgrijselijke krengen te gaan, maar ik gaf niet op.
Ik móest en ik zou er één vinden.
Zoveel stond wel vast.
Toen er ineens twee meisjes achter me tevoorschijn kwamen.
Het waren van die meisjes die vooral indruk op elkaar wilden maken door héél hard te praten.
En wel zo, dat iedereen mee kon genieten.

“OOOOOOH!!! KIJK DÍT DAN!!!!!”, riep eentje hard door de winkel, “WAT ÍS DIT?!?!?!”, waarbij ze een heel vies gezicht trok en een onderbroek, ter grootte van een luier voor olifanten, in de lucht hield.
Haar vriendin kon natuurlijk niet achterblijven: “DAAR PAST TOCH GEEN NORMAAL IEMAND IN? IS DIT NIET GEWOON DE DIKKE OMA’S AFDELING?”
“OOOOOOH!!!! EN KIJK DÍT! HIER!! WAT ÉÉÉÉÉRG!!!!!”
“DAAR ZOU JE TOCH NIET IN DÓÓD GEVONDEN WILLEN WORDEN?”
En ze moesten heel hard lachen om zichzelf.

Gelukkig liepen de meisjes door.
Ikzelf hield me nog een tijdje verstopt achter het rekje.
Want moeder worden is één.
Maar om nu al als Oma door het leven te gaan, ging zelfs mij te ver!

De kamer van de kleine

Sommige dingen horen bij een bepaalde periode in je leven.
Het kaften van boeken bijvoorbeeld.
Jarenlang doe je dat braaf zodat je schoolboeken netjes blijven.
En daarna?
Nooit meer gedaan.
Ja, boeken íngepakt. Als een cadeautje. Voor kerst of Sinterklaas.
Maar káften?
Ik niet in ieder geval.

Zo moest ik vandaag ineens denken aan dingen die stilletjes zijn verdwenen.
Wat dacht je van parkeermeters?
Hier in Nijmegen moet je voor elke vierkante meter duur betalen, maar vroeger hoefde je veel minder ver te lopen daarvoor!
Per parkeerplek had je namelijk een betaalpaal a.k.a. parkeermeter.
Daar moest je geld inwerpen, vervolgens kon je de meter een kwartslag draaien en de tijd ging tikken.
Veel handiger dan betalen met de chip en al die nieuwerwetse touchscreen dingen.

En natuurlijk de gulden die echt niet meer terugkomt, hoor, dus hou eens op met terugrekenen! met de kwartjes, knaken en daalders. Weg! Weg! Weg!

Soms moet je gewoon stoppen met dingen, om ruimte te maken voor nieuwe zaken.
Zo ook hier in Huize Lief & Kwangie.
Jarenlang hebben we heb ik gehamsterd als een *uhm* hamster.
Ik heb namelijk moeite met afscheid nemen van onzinnige dingen.
Hoe onbenulliger, hoe dierbaarder het me is.

En dus kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om een kerstkaart uit 2004 weg te gooien.
Ookal staat er geen persoonlijke boodschap op (behalve het voorgedrukte “Fijne feestdagen en een gelukkig nieuw jaar”).
Het idee dat iemand de moeite heeft genomen om je een kaart te sturen!
Pffff…

Wat ik al helemaal niet weg kan doen zijn boeken.
Ookal lees ik bijna nooit een boek twee keer.
En heb ik tegenwoordig een e-reader.
Boeken zijn gewoon… Te mooi om weg te gooien.

En dus is het huis op dit moment een klein beetje ontploft.
Onze Kleine Diva krijgt namelijk een eigen kamer.
En die kamer moet leeg.
Want Lief is onverwurmbaar: Op de kamer zou alleen een bedje, commode en kledingkast staan.
Mij leek alle rommel eromheen juist handig als een soort van geluidsmuur (zeker omdat babies schijnen te huilen)

Maar goed.
Je hebt nesteldrang of je hebt het niet.
En Lief heeft het duidelijk zwaar te pakken!

Dus mocht je nog op zoek zijn naar een bepaald boek, laat het me weten.
Wie weet heb ik het nog ergens achterin liggen.
Als ik erbij kan, zonder bedolven te raken onder een lawine van 150 kilo boeken, dan mag je het hebben!

Broccoli blijf bij je lees(t)

Worden jullie al gek van alle zwangerschapsverhalen?

a. Ja! Hou er eens over op!
b. Een beetje.
c. Nee, hoor! Vertel gerust verder want ik lees het toch allemaal niet.

Nou, het spijt me.
Ik wil best iets vertellen over broccoli, maar daar weet ik gewoon niet zoveel over te vertellen.
Behalve dat het goed voor je is.

Dus blijf ik maar een beetje bij de leest, schoenmaker die ik ben.
Ik weet niet of het iets met mijn huidige toestand te maken heeft, maar ik ben ineens nóg slechter geworden in Algemeen Beschaafd Nederlands. Had ik voorheen vooral moeite met lidwoorden, tegenwoordig moet ik echt moeite doen om hele zinnen te maken!

Zo wist ik niet meer of je in je handjes kunt klappen of wrijven.
Gelukkig kunnen de meeste mensen het allebei – mits je armen lang genoeg zijn dat je handen elkaar kunnen raken.
Maar waar het mij om ging is hoe de uitdrukking ookal weer luidde.
Als iemand heel erg blij met je mag zijn, mag hij dan in zijn handjes klappen of mag hij dan in zijn handjes wrijven? Dat laatste lijkt me de juiste, maar ik vind hem ineens niet meer zo logisch. Waarom zou je in je handen wrijven als je blij bent? Ik wrijf alleen maar in mijn handen als ik het koud heb. En dan ben ik écht niet blij, hoor!

Of laatst.
Twijfelde ik of je nekharen overeind gaan staan of dat ze overeind springen.
En als ik héél eerlijk ben, heb ik bij het schrijven van dit stuk behoorlijk vaak op Google gezeten.
Want is het nou schoenmaker of schoenenmaker?
En blijft hij bij de lees of bij de leest?
Wat ís een lees(t) überhaupt?
En waarom moet ik zo nodig uitdrukkingen gebruiken die mijn pet te boven gaan?

U ziet, ik heb het allemaal niet meer op een rijtje!
Zal ik het dan toch maar over broccoli hebben?