Categorie archief: hij & ik
Hij en ik: hebben weinig woorden
Maar soms nemen de horrormonen het over van het fatsoen.
Hij en ik: praten als Brugman
Ik : Ze zijn toch alledrie niet echt Moeders Mooiste?
Hij en ik: en onze barbecue
Een vrouw in hysterische toestand heeft óf één of andere stoornis óf last van hormonen.
Mannen daarentegen kunnen zo op zijn tijd van alles onder de leden hebben, maar dan noemen we het oerdriften. Een soort drang, overgeleverd vanuit de prehistorie, waar de arme vent he-le-maal niets tegen kan doen.
Hij : “Dan kan ik hem mooi in de woonkamer zetten.”
Lidwoorden zijn zeg maar niet mijn ding
Lidwoorden.
Toen ik voor het eerst verbeterd werd omdat ik “die meisje” zei – wat tegenwoordig overigens hartstikke hip is – nam ik mij voor om alle woorden uit het hoofd te leren.
Ik snap er gewoon helemaal niets van!
En aan “Dat wéét ik gewoon.” of “Je hóórt of het klinkt of niet” heb ik natuurlijk niets, hè?
Meneer Altena heeft toch echt gezegd dat je ‘die’ gebruikt voor de-woorden en ‘dat’ voor het-woorden.
Wat wel een wezenlijk verschil is, maar toch.
Het is de koe, maar het rund.
Het (de?) enige wat ik zeker weet, is dat (die?) ik het (de?) allemaal zo zeker niet weet!