Anti-Puk-campagne

Het begon al in het ziekenhuis.
De kleine Puk was amper drie dagen oud of een verpleegkundige zei schoorvoetend:
“U weet dat borstvoeding alleen niet toereikend is?”
Op het voorhoofd van Lief verscheen een Groot Vraagteken, maar ik knikte gauw ja.
Blij dat ze hét gesprek niet hoefde te voeren, schoof de verpleegkundige een folder onder mijn neus.
ANTICONCEPTIE voor beginners, een dertig pagina tellend manifest over wat je allemaal kunt doen om een volgende telg te voorkomen.

Nu zien Lief en ik er sprankelend jong uit.
Niet gek dus dat de verpleegkundige ons voorlichting wilde geven.
“Of ze zijn zó geschrokken van Puk dat ze allemaal willen voorkomen dat er ooit een Puk 2 komt?” grapten we nog.

In de daaropvolgende dagen kwam de ongewenste voorlichting van alle hoeken en gaten.
De kraamhulp wees ons er nogmaals op dat borstvoeding alleen niet toereikend is. Kom op! Wie denkt dat nou echt?!
De verloskundige vertelde ons dat er altijd weer een kans op een zwangerschap is, als…
Het consultatiebureau wilde weten of we al geïnformeerd waren over de verschillende soorten anticonceptie.
De huisarts vroeg bezorgd of we al gemeenschap hadden gehad. Wát zeg je!?
Opgelucht om onze reactie begint iedereen routinematig een preek praatje af te vuren.

Dat er áltijd een zwangerschap op de loer ligt.
Dat er allerlei foefjes bestaan om te voorkomen dat.
Dat vooral géén seks het beste middel is tegen kleine Puks en een gezellig huwelijk.

Pffff!
Het lijkt wel alsof iedereen je wil behoeden voor Het Leed Dat Zwangerschap heet.
Hoe dan ook.
De anti-Puk-campagne heeft gewerkt.
Ik ben weer aan de pil.
Niet de Stediril of Mycrogynon, maar een fancy pil met de geniale naam Ethinylestradiol/Levonorgestrel.
Tegen de tijd dat ik dat kan uitspreken, heeft de Kleine Puk wel een broertje of zusje verdiend!

De geboorte van de kleine Puk

Het begon allemaal op 13 maart 2013.
De zon scheen en ik had nog een afspraak bij de verloskundige.

Zij : “Alles ziet er keurig uit! Ze is volledig ingedaald.”
Ik  : “Mooi!”
Zij : “Heb je nog vragen voor mij?”
Ik  : “Eigenlijk niet, of nee, wacht… Enig idee wanneer ze geboren wordt?”
Zij : “Als we dát toch eens wisten!”

Niemand wist wanneer de Kleine geboren zou worden.
Dan kun je net zo goed nog even naar de HEMA.
Ik was niet echt op zoek naar iets en de luieremmer hadden we ondertussen al in huis, maar toch.
Even neuzen kan nooit kwaad.

Nou, lieve mensen, het kan dus wél kwaad.
Ik was nog geen meter van de baby afdeling verwijderd of *FLATS!*
En als ik ‘flats’ zeg, dan bedoel ik ook echt *FLÁTS!*
130 liter vruchtwater stroomde tussen mijn benen door naar beneden.
Daar, bij de HEMA.

Even wist ik niet meer wat voor en achter was.
Zou ik wegrennen?
Of me verstoppen?
Plat liggen?
Een HEMA baby, dat zal het nieuws wel halen.
En ondertussen bleef het er maar uit gutsen.

“Goh, mevrouw, heeft u soms een ongelukje gehad?”
Een medewerkster zag de bui al hangen, wéér zo’n idioot die in zijn broek plast.
“Uh, nee, sorry, maar uh, mijn water is gebroken, ik bedoel mijn vliezen, sorry!”
En ik ratelde verder: “Ik ga wel even naar de wc, dan uh, ruim ik het hierna wel op hier. Sorry, hoor, ik wist niet dat het zoveel zou zijn, waar is jullie toilet?”
De medewerkster zette grote ogen op.
“Mevrouw, u gaat helemaal nergens heen!”
“Oh, maar ik kan ook niet echt met die natte broek rond blijven lopen… toch?”
“Mevrouw, u gaat NU even iemand bellen.”
“O ja.”

Lief en Zus werden gealameerd en Superheld vriendinnetje M. kwam binnen 2 minuten af op mijn oproep, regelde een handdoek, geld en een taxi, die me veilig thuis bracht. Niemand heeft de vloer meer gedweild. En mocht er iemand van de HEMA Nijmegen dit lezen: Sorry daarvoor!

Eenmaal thuis ging het allemaal snel.
Heel snel.
Lief wilde nog een 15 minutes meal van Jamie Oliver in elkaar draaien, maar de weeën kwamen al om de vijf minuten.
Dus werd de verloskundige gebeld en ging ik als een bosjesvrouw verder met grommen en snuiven.
Waar de term ‘puffen’ vandaan komt, mag Joost weten.
Maar ík vond het heerlijk om te HOEEEEE en te HAAAAAA-en.

Helaas merkte de verloskundige dat de Kleine niet helemaal lag zoals het hoorde.
“Ik voel haar mondje, dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat zij met haar gezichtje naar boven ligt, maar ik weet het niet zeker…”
En zo kwam er een ziekenhuisrit en een volgende verloskundige die tot de conclusie kwam dat ze “het niet zeker wist”.
Gelukkig heb je anno 2013 zoiets als een echo-apparaat en werd die op aandringen aanraden van Lief en Zus tevoorschijn gehaald.

Wat bleek?
Mevrouwtje lag in een volkomen stuit.
Oftewel, de Kleine zat in een kleermakerszit met haar billen ingedaald.
Tja, toen volgde de morfine (lekker!), een ruggenprik (fantástisch!) en een keizersnee (kan je helemaal niets meer schelen als je onder invloed bent).

Dat allemaal voor een prachtige Puk.
51 cm lang, 6 pond sterk en een temperament van heb ik jou daar.
Ze slaapt veel, drinkt goed en groeit als kool.

Lieve mensen, we zitten op een roze, knálroze wolk.
Het is zo hartverwarmend en mooi en prachtig allemaal.
Alle clichés zijn waar.
Behalve ééntje dan.
Daar zijn Lief en ik het met elkaar over eens.
De poep van je eigen kind stinkt dus écht wel!

——————————————————————————————————————
De kleine Puk heet geen Puk.
Althans, Lief heeft haar niet zo opgegeven bij de gemeente.
Om haar privacy een beetje te beschermen in het digitale tijdperk, noem ik haar hier Puk.
Mocht je haar naam (willen) weten, zou ik je toch willen vragen haar hier gewoon Puk te noemen 🙂

In een groen, groen, groen, groen…

In een groen, groen, groen, groen, knolle- knollenland, daar zaten twee haasjes heel… uh…

Ik zing heel wat af met mijn neefjes en nichtje, maar soms is dat best lastig.
Vooral als je de tekst niet kent.
Gelukkig weet kleine L. van vier het wel.
“PARMANT, jiejie, hééééél parmant!”

En de één die uh… lalalalala!
En de ander sloeg de trommel.

Pfieuw! Afgelopen.
Maar zonder blikken of blozen gaat kleine L. verder:
“Toen kwam opeens een jager, jagerman, die heeft er één geschóóóóóóten”

Nou, toen zakte mijn broek dus af, brak mijn klomp in honderden stukjes en nog veel meer.
Wie verzint nu zoiets?
Wat wreed!
Twee van die kleine haasjes op een groen, groen weiland.
Lekker muziek aan het maken en te trommelen.
Komt er zo’n jager aan die er gewoon één afschiet!
Niet echt wat je noemt gezellig.
Of wel dan?

Dus heb ik de hele vakantie gezongen dat de hufter jagerman had mísgeschoten.
Daar kon ik wel mee leven.
Alleen klopt de rest van het lied niet meer (want waar zou de ander nu om verdroten zijn?
Dat de moordaanslag op zijn vriendje is mislukt?)
Hoe dan ook.
Dikke schijt aan de jager en aan het beest dat misschien levensmoe was van het trommelen.
Ik weiger het haasje dood te laten gaan!

Geprakte banaan met lauwwarm water in een tuitbeker

Als trotse eigenaar tante van vier neefjes draai ik mijn hand niet meer om voor een dagje oppassen. Niet dat ik zo vaak op bebies zit.
Dat doe ik schandalig weinig eigenlijk.
Maar als de nood aan de man is en de ouders ten einde raad word ik weleens opgeroepen voor wat quality time met de neefjes.
Gisteren mocht ik een dag en een avond op L. passen.
Maar niet zonder waslijst met instructies van Zus en Gijs.
Want anders zou het zomaar kunnen, dat L. zich misdraagt tegenover zijn liefste tante.
En dan is het – puur hypothetisch –  zomaar mogelijk dat de tante de eierstokken op slot doet en nooit meer neefjes of nichtjes voor L. tevoorschijn tovert.
Je weet maar nooit.
 
Die waslijst met instructies.
Die bestond voornamelijk uit maaltijden.
Want behalve slapen en spelen, mag de bofkont ook nog eens de hele dag door éten.
Hoe goed kan je leven zijn?
 
En natuurlijk hield ik me netjes aan de menukaart.
Zo ben ik nu eenmaal opgevoed.
Doe wat je gevraagd wordt.
Tenzij je beter weet, natuurlijk. Dan is alles geoorloofd.
En dus.
Maakte ik een heerlijk maaltje voor L.
 
Een héle banaan geprakt
met lauwwarm water
in een tuitbeker
 
Klinkt niet heel aantrekkelijk.
Maar Zus zal het wel weten.
Toch?
 
En dus prakte ik een hele banaan en voegde een scheutje lauwwarm water toe.
Dit alles deed ik in de tuitbeker en schoof ik onder de neus van de jongeman.
Die weinig interesse in de bananenshake had.
Hij deed wel alsof hij slokjes nam, maar hij kreeg er weinig uit.
Wat raar eigenlijk.
Die bananenprut gaat gewoon in die tuit zitten.
Dat krijg je er toch niet zo uit?
 
Ach ja, L. had veel plezier in de beker op de grond te gooien.
En dat vond de tante wel weer grappig.
Maar goed dat zet ik hem nog wel een keertje betaald de boodschap was duidelijk:
Dit hoefde L. niet!
 
Bij thuiskomst biechtte ik maar meteen op dat de bananenshake een fiasco was en dat L. door zijn tante een groot vitaminetekort heeft opgelopen.
Zus fronste bij deze mededeling.
Pakte de menukaart.
Las nogmaals de instructie.
En begon te lachen.
 
Want.
L. krijgt een geprakte banaan.
Daarnaast, bovendien en tevens lauwwarm water in een tuitbeker.
 
O.
Dat was eigenlijk.
Wel logisch.
Laat die eierstokken voorlopig nog maar op slot. Eerst wat meer gezond verstand aan laten groeien.

Let me introduce to you: L.

Dit is hem dan: L!

Hij is werkelijk geweldig!
Wat zeg ik?
FAN-TAS-TISCH, dàt is ie!
En ik kan u met enige zekerheid vertellen, dat in het nieuwe gezinnetje van Zus en Gijs, L. toch echt de knapste is!

Ik ben heel erg benieuwd hoe L. er over een paar dagen uitziet.
Op zijn eerste dag heeft hij geweldig rossig (!) haar en donkerblauwe oogjes (maar dat schijnen alle baby’s te hebben).
Met zijn 54 centimeters en 7 pond heeft hij Zus, zijn mama, een redelijk vlotte bevalling bezorgd. Wat een lieverd, he?
 

De wereld is écht stukken beter geworden sinds 14 oktober 2008!