In een groen, groen, groen, groen, knolle- knollenland, daar zaten twee haasjes heel… uh…
Ik zing heel wat af met mijn neefjes en nichtje, maar soms is dat best lastig.
Vooral als je de tekst niet kent.
Gelukkig weet kleine L. van vier het wel.
“PARMANT, jiejie, hééééél parmant!”
En de één die uh… lalalalala!
En de ander sloeg de trommel.
Pfieuw! Afgelopen.
Maar zonder blikken of blozen gaat kleine L. verder:
“Toen kwam opeens een jager, jagerman, die heeft er één geschóóóóóóten”
Nou, toen zakte mijn broek dus af, brak mijn klomp in honderden stukjes en nog veel meer.
Wie verzint nu zoiets?
Wat wreed!
Twee van die kleine haasjes op een groen, groen weiland.
Lekker muziek aan het maken en te trommelen.
Komt er zo’n jager aan die er gewoon één afschiet!
Niet echt wat je noemt gezellig.
Of wel dan?
Dus heb ik de hele vakantie gezongen dat de hufter jagerman had mísgeschoten.
Daar kon ik wel mee leven.
Alleen klopt de rest van het lied niet meer (want waar zou de ander nu om verdroten zijn?
Dat de moordaanslag op zijn vriendje is mislukt?)
Hoe dan ook.
Dikke schijt aan de jager en aan het beest dat misschien levensmoe was van het trommelen.
Ik weiger het haasje dood te laten gaan!