Ik: “Zeg eens melk.”
Hij: “Melluk.”
Ik: “MELK!”
Hij: “Melluk.”
Ik: “Zo zeg je dat toch nooit? Zeg je normaal ook melluk?”
Hij: “Jawel, melluk.”
Ik: “En kun je dan ook geen gulp zeggen?”
Hij: “Gul-lup. Gul-lup.”
Ik: “Of help?”
Hij: “Hel-lup. Een hel-lupdesk.”
Ik: “Nee, echt? Kun je dat écht niet? HELP-desk.”
Hij: “Hel-lup-desk.”
Ik: “Hel-lup-pe-desk.”
Hij: “Niet hel-lup-pe-desk. Hel-lup-desk!”
Ik: “Nee, hélp-desk.”
Melk, gulp, een Limburger en een helpdesk. Meer heb je niet nodig als je je verveelt in de auto!