Soms heb je gewoon zin in de kapper.
Even een knipbeurt.
Een vluggertje.
Tussen de bedrijven door.
Dan kan het zomaar gebeuren.
Dat je plaatsneemt.
Zonder afspraak.
En je dus ook niet bij de vaste kapper terecht kan.
Je weet wel, die ene, die precies weet hoe het moet.
Maar deze – die dan nog over is – lijkt gelukkig wel een beetje kundig.
Hij heeft in ieder geval een schaar in zijn handen.
En een fancy kapsel.
Dus mag hij je knippen.
En je zegt netjes: “Maakt niet uit!”
Als hij vraagt: “Hoeveel mag er van af?”
Misschien zeg je zelfs: “Mooi, hoor!”
Om hem moed toe te spreken.
Terwijl er zoveel haar op de grond ligt, dat je je serieus zorgen maakt of je geen skinhead bent geworden.
Wie zo roekeloos naar de kapper gaat.
En alle regie uit handen durft te geven.
Mag natuurlijk het ene na het andere compliment ontvangen!
Hier een greep uit de vele lofuitingen:
Gijs: “Goh, ik bedoel, ik heb je nog nooit met zo’n hip kapsel gezien!”
Lief: “Toch knap dat ze je zo’n Chinees kapsel weten aan te meten!”
Pap: “Uhm, uh… Kort?”
Hmmm.
Ja.
Tja…
Kwangie heeft dus rigoreus betaald om er als een korte, hippe Chinees uit te zien.
Mooi is dat.