Voordat je denkt dat ik maanden overtijd ben… De kleine Watermeloen is alweer bijna een maand oud!
Hij is alsnog in november gekomen.
Hoe?
Dat lees je hieronder.
De gecensureerde versie (aanbevolen voor mensen met een zwakke maag of die nog moeten eten):
… En toen was de Watermeloen geboren!
Hoera!
Hoe het echt ging:
Op 17 november werd ik ’s ochtends wakker met een natte broek.
Normaal gesproken is dat best zorgelijk gezien mijn jeudige leeftijd, maar nu was er alle reden tot feest.
EIN-DE-LIJK!
De vliezen zijn gebroken!
Het was weliswaar geen *FLATS* zoals bij de kleine Puk, maar een natte broek is een natte broek.
Met ingehouden adem telde ik elk krampje en al gauw kon ik de klok er op gelijk zetten: de weeën kwamen om de vijf minuten.
Ik schudde Lief wakker, smste Zus dat ze moest komen en de buren en schoonouders werden opgetrommeld om de Puk op te vangen.
Het was tijd om naar het ziekenhuis te gaan!
En oeh, wat deed het pijn.
Maar ik was kalm.
En stoer.
Heel stoer.
“Weet je, het is goed te doen,” zei ik tegen Lief om hem gerust te stellen, “ik ben heel rustig.”
Maar heel rustig, is meestal geen goed teken.
Althans… Niet bij een bevalling.
De weeën deden geen centje pijn.
Maar dat kwam dus, omdat het helemaal geen weeën waren.
Nope.
En de vliezen waren al helemaal niet gebroken.
Nope.
De dienstdoende verloskundige zei nog vriendelijk dat het ‘van alles kon zijn’.
Maar we wisten allebei wat ze daarmee bedoelde: Ik had gewoon in mijn broek geplast. Ondanks mijn jeudige leeftijd.
Dus moesten mochten we weer naar huis.
Heel even overwoog ik om hysterisch te gaan huilen.
En dat deed ik ook.
Eenmaal thuis moest helaas ook de hele PR machine rollen.
Niets aan de hand, vals alarm, kan de beste overkomen! en dan vooral proberen van onderwerp te veranderen.
Zusjelief kon na bijna twee uur onderweg te zijn geweest, weer terug naar huis.
Aan schoonmoeders legde ik nog eens uit dat de vliezen niet gebroken waren.
“Niet?!”
“Nee, niet… Lust je nog koffie?”
De hele dag bleven de weeën-die-geen-weeën-maar-vóórweeën-waren om de vijf minuten komen.
Op internet las ik horrorverhalen van vrouwen die dagen of zelfs wéken voorweeën hadden.
Toen ben ik maar verder gaan huilen.
Wat moet je anders?
Zo tegen 21:00 uur had ik al 15 uur lang iedere vijf minuten van die nutteloze voorweeën.
Wat is dit voor een zieke grap?
Ik was moe, koud en strontchagerijnig.
Jankend zat ik op de wc, toen Lief voorzichtig informeerde hoe lang ik daar al zo zat.
“Ik weet het niehiehiet…” jammerde ik.
“Volgens mij heb je om de twee minuten weeën!” riep hij paniekerig, ” Je moet naar het ziekenhuis!”
“Ik wil niet naar het ziekenhuis.”
“We moeten echt zo gaan, als je nog langer wacht, krijg ik je niet meer in het ziekenhuis.”
“Maar straks sturen ze me weer weg!”
“Dan is het maar zo!”
“Ik ga NIET naar het ziekenhuis!” en ik klampte me vast aan de wc pot.
“Je moet nu echt meekomen.”
” @#%$#$^@$#%” [onverstaanbaar]
“Echt, serieus, kom op.”
“Nee! Nee! NEE! GA WEG!”
Maar ik moest. En ik liet de wc pot los.
In tegenstelling tot de ochtend, was ik ’s avonds zen noch kalm.
Ik was in Grote Blinde Paniek.
Tegen het hysterische aan.
Mijn hele lijf, iedere vezel schreeuwde: EEN WATERMELOEN PAST NIET DOOR EEN GAT VAN 10 CENTIMETER!
En daar gedroeg ik me ook naar.
Het was maar goed dat ze er een ruggeprik in duwden, want anders had Lief de bevalling niet overleefd.
Die ene prik veranderde de hysterische heks (moi) in een ware persprinses (moi aussi).
Mocht je ooit een natuurlijke bevalling zonder pijnstilling overwegen, dan moet je eens een hele watermeloen in je mond proppen.
Als je dat enigszins onaangenaam vindt, dan raad ik je een ruggeprik aan
24 uur na de natte broek mocht ik eindelijk proberen de Watermeloen eruit te persen.
Gelukkig bleek de Watermeloen maar een kleine Mango.
En kleine mango’s passen prima door een gat van 10 centimeter.
Met wat knip- en scheurwerk weliswaar.
Maar laten we het verder een beetje smakelijk houden.
Hij is er in ieder geval uit!
Hoera!
—————————————————————————————————————————-
We zijn heel trots op onze Watermeloen!
Maar om hem te beschermen en een klein beetje privacy te gunnen, willen we – net als bij de kleine Puk – vragen of je de Watermeloen gewoon Watermeloen wilt noemen op het internet. Dan kan hij later nog een baan vinden, zonder dat zijn baas moet grinniken om alle poep-en scheetverhalen die zeker weten nog gaan komen!