Waarom…

… leggen we alle kabeltjes, opladers en andere snoeren netjes naast elkaar en komen ze als een bosje chaos tevoorschijn als je ze nodig hebt?
… snuiven we aan nare geurtjes?
Zodra ik merk dat iets stinkt, komt er een oerdrift naar boven om er nógmaals aan te ruiken. Het lijkt wel een reflex tot zelfmarteling. Wat dat betreft ben ik een echte ezel.
… zetten ze niet even in je panty wat de voor- en achterkant is?
Heeft een panty überhaupt een voor- of achterkant???
 
… doen we altijd alsof we aandachtig luisteren, terwijl we gewoon obsessief bezig zijn met dat ene stukje spinazie tussen de tanden uit te wurmen?
 
 
Tot slot, de uitsmijter van de zondag:
“Hoe voel je je?”
Die vraag krijg ik tegenwoordig nogal vaak voor de voeten geworpen.
Wat moet ik daarop zeggen?
Met “goed” nemen mensen geen genoegen.
Dat merk je.
Want dan gaan ze vissen naar kwaaltjes.
Maar als je begint met een Schindler’s List aan ongemakken, word je weer gesust met een “Gelukkig duurt het niet lang meer”.
Dus wat willen ze nou echt?
Ik zou het niet weten.
Denk je dat het volstaat om te zeggen dat ik me als een complete idioot voel?
Of krijg ik dan de Vereniging van Idioten op mijn dak?

Moe!

En opeens was daar weer die radiostilte.
Ik weet het.
Het is niet zo netjes om zomaar ineens van de aardbodem te verdwijnen.
Dan weet je niet waar je aan toe bent.
Of dat je je zorgen moet maken.

Maar deze keer had ik een reden.
Een hele goede zelfs.
Ik was namelijk moe.
Heel. Erg. Moe.
Te moe om mijn ogen open te houden.
Te moe om boe of bah te zeggen.
Te moe om even de laptop op te starten en een berichtje achter te laten.
Het spijt me.

Maar ook Lief heeft alleen maar een Slapende Slome Schone op de bank gehad.
En Lief wist zich ook geen raad met deze nieuwe ontwikkeling.
Niet alleen had hij ineens de laptop twenty-four-seven tot zijn beschikking.
Bij thuiskomst was hij koning en alleenheerser over de afstandsbediening.
En dat was toch wel erg veel verantwoordelijkheid.
Om in je eentje te dragen.

Maar Lief hield zich staande.
Hij kookte, waste en poetste.
Schrobde, boende en veegde.
En als Lief niet in de weer was, draaide hij mij even om, opdat ik geen doorligplekken zou krijgen.

Want ik was echt moe.
Te moe voor woorden.
Te moe voor alles.

Tot overmaat van ramp, was ik ook nog eens ziek.
En wisselde ik de bank af met de wc pot.
Ik hing er boven alsof mijn leven er van af hing.
Ondertussen deed ik mijn ogen dicht.
Want het liefst gleed ik gewoon weg.
Daar op de wc vloer.

Maar nu… Nu gaat het wel weer.
Ik voel me in ieder geval iets beter.
Al moet ik nog wel wennen aan het idee.
Dat ik niet meer alles kan of mag.
Dat ik zelfs dingen moet láten.

Het is geen virusje dat vanzelf wel weer over gaat.
Het ziet er zelfs naar uit dat ik nooit meer niet moe zal zijn.
Ik zal me er bij neer moeten leggen.
En er aan toe moeten geven.
Maar gelukkig kan ik het omarmen.
Ergens eind maart 2013.

Fifty shades of 2012

Joehoe!!
Ja, ik leef nog.
En nee, ik was niet van plan om 2012 stilletjes voorbij te laten gaan.
De waarheid is dat ik gewoon weinig inspiratie heb.
Veel te weinig inspiratie.
Lief heeft nog geen briljante opmerking gemaakt.
Ik ga er vanuit dat niemand zit te wachten op zijn analyses over het Nederlands elftal. Mocht dat wel zo zijn: zijn telefoonnummer is verkrijgbaar bij de redactie
Over het werk schrijf ik niet, dat is vreemd genoeg privé.
Ik ben nog steeds niet stinked rijk.
Heb geen grootste plannen met 2012.
Ben niet meer bij de tandarts of orthodontist geweest.
Verwacht geen kinderen.
En ben ook niet ontdekt als the next whatsoever.
Dus blijft er niet zo veel meer over.
En bloggen over niets is zó niet koel.
Zeker niet als je bedenkt dat ik in de voorgaande jaren alleen maar *kuch* diepzinnige en hoogstaande stukken de wereld in heb geslingerd.
En dus stel ik de comeback telkens uit.
Want hoe triest is het, dat het spannendste van het afgelopen half jaar Fifty Shades of Grey* is geweest?
Daar kun je toch niet mee aankomen?
Laat staan wegkomen!
En zo zit ik nu dus op de bank.
Met de laptop op schoot.
Dertig-something te wezen.
En te beseffen dat ik toch maar eens wat met mijn leven blog moet doen.
 * Geef toe: Christian Grey heeft op geen één pagina over voetbal gerept, hoe hot  is dát! Oh my! Ik bedoel maar… 🙂

Klaagblog: 2011

2011 kunnen we niet afsluiten zonder enige vorm van, uhm, afsluiting.
Maar weet je, eigenlijk klaag ik gewoon liever even een blogje vol.
Over van alles en nog wat.
Maar vooral over 2011.

Het jaar waarin ik 30 wederom 25 werd.
Ik heb altijd geloofd dat de reden waarom ik niet weet ‘wat ik later worden wil’ simpel was.
Ik hóefde niet te weten wat ik wil worden, omdat ik stinkend rijk ging worden.
Zodat ik voor mijn dertigste nog met pensioen zou gaan.
Nog voor ik goed en wel iets ben geworden.

Die verwachting heb ik al enigszins bijgesteld.
Ik ga vast óp mijn dertigste met pensioen.
En de tijd begint zo onderhand te dringen, mensen!
Voor je het weet, moet ik mijn hoop vestigen op met-pensioen-gaan-in-mijn-dertiger-jaren.
Of erger: tot ik zevenenzestig ben! Brrrrr!

2011 mag dan het einde betekenen van een droom.
Het was ook het jaar waarin de realiteit *pats* *BOEM!* in mijn gezicht sloeg.
Het gebeurde allemaal in de plaatselijke supermarkt.
Na een lange dag wilde ik even snel mijn avondeten bij elkaar rapen.
In de rij bij de kassa stond een meisje tegen het kassameisje te kletsen.
Ze hadden zichtbaar lol en tetterden er op los.
Toen ik eenmaal aan de beurt was, waren ze nog stééds aan het kletsen.
Het kassameisje was zo druk bezig met haar vriendinnetje, dat er gewoon iets knapte.

‘DE JEUGD VAN TEGENWOORDIG KENT GEEN FATSOEN MEER!!’, brieste ik tegen Lief.
Buiten weliswaar.
Het kassameisje kreeg slechts een nijdige blik en een zacht gemompel van protest.
Maar Lief moest mijn betoog over het gebrek aan normen en waarden nog lang aanhoren.
Hoe langer ik door ging, hoe meer het tot me doordrong.
Ik ben een ouwe zeur geworden.

Hoe is het mogelijk?
Ik bedoel… Huh?!
Wanneer is dat gebeurd?
Was ik gisteren niet nog gewoon… Eén van hen?

Zie je hoe het leven je uitlacht?
Als ik stinkend rijk was geweest dan hoefde ik mijn eigen boodschappen niet te doen of me te beklagen over ‘de jeugd van tegenwoordig’.
Nee, dan stond ik in de Forbes, bij het rijtje rijke mensen zonder talent.
Met een grijns van oor tot oor.
Het onderschrift zou luiden: ‘Kwangie has known all her life that she is going to be stinky rich’
 
Maar helaas.
2011 is bijna afgelopen.
Ik ben nog steeds niet stinkend rijk.
En ik zeik nog even door.
Over het verval van de jeugd (schande!), maar zeker ook over al dat vuurwerk (moet dat nou?) en niet te vergeten over oliebollen (te lekker!).
Want ach, over een paar uurtjes is het alweer 2012

IEDEREEN HET ALLERBESTE VOOR 2012!

Hij en ik: praten als Brugman

Ze beweren wel eens dat blijven praten de basis vormt van een goed huwelijk.
Als dat zo is, dan gaat alles prima hier!

Zo vraagt Lief altijd naar mijn voorkeuren:
Hij : Wie vind je knapper? Ronaldo, Huntelaar of Stekelenburg?
Ik  : Ze zijn toch alledrie niet echt Moeders Mooiste?
Hij : Neehee, niet Rinaldo, die apekop. RO-naldo. Christiano Ronaldo, weet je wel.
Ik  : Oh, dan natuurlijk Ronaldo.
Hij : Dan heb je geluk! Want om tien uur kun je twee keer drie kwartier naar hem kijken!
Ik  :   -_-

Of laatst, in de auto. Praten over De Toekomst:
Ik  : Weet je, Lief… Mocht ik later vergeetachtig worden of dement zijn…
Hij : Hmmm….
Ik  : … dan moet je me maar naar een verzorgingstehuis brengen. Je hoeft je niet schuldig te voelen. Ik wil jou niet tot last zijn.
Hij : …
Ik  : Echt, hoor. Misschien lijkt dat heel cru, maar ik kan me zo maar voorstellen dat het anders geen doen is. Dat moet je me dan maar beloven.
Hij : …
Ik  : En echt, je hoeft je daar niet schuldig over te voelen, ik wil je niet tot last zijn.
Hij :             *Stopt de auto en keert in een ruk om*
Ik  : HEE! Waar ga jij heen?!?!
Hij : Jou naar een verzorgingstehuis brengen! Want dit zei je vijf seconden geleden ook al!

En maar al te vaak, wil ik alles delen met Lief:
Ik   : Hè, bah! Wat stinkt het hier!
Hij  : schouderophalend Ik ruik niets.
Ik   : Ja, echt hoor! Daar! In die hoek.
Hij  : …
Ik   : Het ruikt naar *snif* iets weeïgs. *snif snif* Zurigs!
Hij  : Ik ruik niets…
Ik   : Echt niet? *snif* Het *snif* ruikt heel sterk.
Hij  : Nee, ik ruik echt niets.
Ik   : Dáár, in die hoek! Ga daar eens heen! Het stinkt echt hard!
Hij  : Ik ga écht niet stankluchtjes zitten snuiven!
Ik   : Maar toch stinkt het hier. *snif*