“Listen, Kwan”, zei vriendinnetje R., “wat er ook gebeurt, als een jongen je vraagt naar je favoriete fruit, dan moet je altijd – ik herhaal áltijd – zeggen dat dat aardbeien zijn.”
Aardbeien – of strawberries zoals zij ze noemde – zijn nu eenmaal schattige vruchtjes.
Zoet, mooi en vriendelijk fruit. Precies zoals jij wilt dat de jongen in kwestie jou ziet.
Je bent immers wat je eet. En dat betekent dat ik een aardappel ben.
Strawberries dus.
Toen ze merkte dat ik de ernst van deze gouden tip niet inzag, kwam er een heel betoog.
“Maar, denk je eens in hoe hij je ziet als je zegt dat je graag watermeloenen eet?” en ze hapte smakelijk in een denkbeeldige meloen.
*Hap!*
*Slurp!*
*Afvegen met de mouwen*
“Nou?“
“Hoe graag ik ook watermeloenen eet, ik zal altijd gaan voor de strawberry. Want die zijn tenminste leuk! Sinaasappels zijn ook uit den boze en bananen haal je maar helemaal niet in je hoofd!”, waarschuwde R. me. “Passievruchten werken ook niet, want eigenlijk weet niemand hoe je die dingen moet eten, dus hou het maar gewoon op strawberries, ok?”
Deze levenswijsheid is met stip de allerbeste tip die R. mij ooit heeft gegeven.
En daarom deel ik hem vandaag met u.
Strawberries, dus!
Al moet ik toegeven, dat tot op de dag van vandaag nog nooit een jongen interesse heeft getoond in mijn favoriete fruit.