Herkansing

Bij het optreden van Lucky Fonz III in Doornroosje, kwam ik mijn leraar Nederlands tegen.
Meneer A. was niets veranderd.
Maar ik ook niet.
Dus in mijn hoofd ging het van ik-zou-hem-moeten-vertellen-dat en misschien-is-dat-een-beetje-gek.
Ondertussen wilde ik hem vragen hoe het met hem gaat, zoals ieder ander functionerende mens en schreeuwde een stem in mijn achterhoofd DOE NORMAAL en siste een andere don’t embarrass yourself, en schoot door me heen dat ik in het Engels dacht in front of waar mijn leraar Nederlands bij was.
Dat is als vloeken in de kerk.
Maar dan in Doornroosje.

Meneer A. vroeg hoe het met me ging en vertelde dat hij weleens mijn stukjes las.
“Maar niet allemaal, hoor,” zei hij geruststellend.
Ik maakte een mentale aantekening dat de dingen die ik schrijf daadwerkelijk gelezen worden, dat dat betekende dat ik mezelf sowieso voor schut zette in front of iedereen, maar jeeh! Lezers!

Wie ik ook tegenkwam bij Lucky Fonz III in Doornroosje was mijn lerares klassieke talen.
Mevrouw D.
Ze was niets veranderd.
Maar ik ook niet.
Dus moest ik de neiging onderdrukken om alle naamvallen-rijtjes op te noemen.
Ik bedoel… het is vrij zeker dat zij ze allemaal kent – en het is een beetje sneu om nog stééds goedkeuring nodig te hebben, toch?
Toch?!
En nogmaals sorry, mevrouw D. dat ik de dichterlijke vrijheid heb genomen om onze ontmoeting op de reunie ietwat aan te dikken.

Terug naar meneer A.
Die weleens mijn stukjes las.
Maar niet allemaal.
Hij vertelde dat hij het stuk had gelezen waarin meneer B., de wiskundeleraar, in voorbijkwam.
Meneer B., die mijn wiskundige talent in een vroeg stadium herkende en doorverwees naar de wereld der letteren, die beste meneer B. leeft helaas niet meer.
En meneer A. heeft mijn stuk, het blad waarin het stuk stond, bij de weduwe van meneer B. in de brievenbus gestopt. En heel waarschijnlijk heeft mevrouw de weduwe van meneer B. alle stukken in dat blad gelezen, behalve het mijne, maar toch.
Het gebaar ontroerde me.
Ik werd er stil van.
Letterlijk.
Ik ben er vrij zeker van dat ik helemaal niets heb gezegd.
Daar bij het optreden van Lucky Fonz III in Doornroosje.

Dus net als op school, ga ik voor de herkansing.

Met mij gaat het goed en met u?
Wat leuk om u te zien.
Dat is lang geleden, he?
En dank u wel.
Voor alles.

De Nijmeegse Literatuurprijs 2018 en het jaar van de hond

Ik ben niet groot, maar als je mij hoort hoesten, zou je denken dat ik een Sint Bernard ben. Nu is dat vooral vervelend voor de mensen om mij heen. Zij riskeren blijvende gehoorschade, speekselbesproeiing en een ongemakkelijk gevoel dat besmetting op de loer ligt. Toch moest en zou ik naar de prijsuitreiking van de Nijmeegse Literatuurprijs gaan. Hoe vaak krijg ik nou de kans om aan de kinderen te ontsnappen mensen over literatuur te horen praten?

Van tevoren maakte ik me wel een beetje druk over de akoestiek; wat als ik een onbedwingbare, niet te negeren, allesoverheersende kriebel in mijn keel kreeg terwijl iemand voordroeg? Ik zag voor me hoe de spreker noodgedwongen wachtte tot ik was uitgeblaft, terwijl de rest van de mensen me hoofdschuddend aankeken en hoopten dat ik erin zou stikken.

Om de blaffende hond niet wakker te maken, stopte ik keelsnoepjes in mijn tas, vulde een fles met water en slikte zelfs een anti-allergiepil in de hoop hoestbuien te onderdrukken. Niemand kon mij beschuldigen van een slechte voorbereiding.

Tot mijn naam werd genoemd.

De juryleden noemden mijn inzending ‘sober’ en ‘haast minimalistisch’. Intussen zullen ze zich vast achter de oren krabben of dat mijn schrijfstijl of het gevolg van mijn hersensinhoud is.

Ik was zo overdonderd, dat ik bleef zitten terwijl ik naar voren moest komen. Vervolgens zei ik niets waaruit bleek dat mijn schedel iets huisvestte en als klap op de vuurpijl liet ik mijn tas – die met de keelsnoepjes, fles water en anti-allergiepillen – op het podium staan. De rest van de avond blafte ik de avond aaneen, liep als een dolle blij te zijn en als ik een staart had gehad, had ik energie kunnen opwekken voor heel Nijmegen en omstreken met mijn gekwispel.

Maar dat mag de pret niet drukken, het is tenslotte het jaar van de hond.
En wanneer twee vechten om één been, loopt de derde ermee heen!

Ik kan het zelf ook nauwelijks bevatten, maar het is echt zo! Mijn verhaal heeft de derde prijs gewonnen bij De Nijmeegse Literatuurprijs 2018 en zelfs de publieksprijs! Mocht je me zoeken, ik zweef ergens boven Nijmegen. Dank! Dank! Dank!

Het schema voor mensen met kinderen

Ik ben altijd een beetje jaloers op mensen die een marathon kunnen lopen.
Hoe fijn is het om te weten dat je in geval van nood 42.2 km aan één stuk kunt rennen?
Als je achterna wordt gezeten door een seriemoordenaar bijvoorbeeld.
Of door een beer.
Je zou maar als berenvoer eindigen, omdat je na tien meter al kramp in je kuiten kreeg.
Al beweert Lief dat je ‘op een beetje adrenaline ook best een eind kunt lopen’, ik vertrouw er liever niet op.

Nu bestaan er hardloopschema’s in alle kleuren en maten.
Je hebt schema’s voor beginners, voor de absolute beginners en voor de échte beginners (want alle andere beginners zijn maar wannabe beginners, of zo).
Alles wat je nodig hebt, vind je terug op het internet.
Hoe je je linker- voor de rechtervoet moet zetten bijvoorbeeld, maar ook wat je niet moet eten, drinken of aantrekken. Welke muziek je kunt luisteren, welk schoeisel het meest geschikt is voor mensen met platvoeten en er staat zelfs dat goed getrainde hardlopers betere prestaties leveren in bed. Al staat er niet bij wat voor prestaties.

Toch kon ik op het internet nergens het schema onder de schema’s vinden: het Hardloopschema voor Mensen met Kinderen.
Hoe zijn al die #fitmoms en #fitdads ooit zo fit geworden, denk je? Met het schema natuurlijk!
Het is simpel, maar effectief. Een must voor alle mensen van wie het uithoudingsvermogen dagelijks op de proef wordt gesteld. Voor iedereen die ’s avonds zo afgepeigerd is, dat ’s morgensvroeg op-de-zij-rollen-om-de-wekker-uit-te-zetten zijn beste bedprestatie is. En dat vinden wij niet raar, dat vinden we alleen maar heel bijzonder.

Ik weet als geen ander hoe het is om nergens tijd voor te hebben.
Daarom besloot ik het hardloopschema voor mensen met kinderen hier te plaatsen.
Geen verplichte trainingen. Geen onmogelijke planningen. Geen onhaalbare doelen.
Wel efficiënt omgaan met je kostbare tijd en een maximaal resultaat.

Lieve mensen, doe er je voordeel mee!

10 seconden stilte: haal adem en geniet.
20 seconden stilte: haal adem, maar spits je oren.
30 seconden stilte: houd één voet aan de grond.
60 seconden stilte: zet beide voeten op de grond.
2 minuten stilte: loop vast in.
5 minuten stilte: zet je schrap voor een sprint.
10 minuten stilte: trek een sprint naar je kind, je bent waarschijnlijk al te laat.
20 minuten stilte: dit schema is bedoeld voor mensen met kinderen.

Faalangst

Er is iets aan de hand
we mogen niet meer falen
we vieren successen
en heldenverhalen
gaan voor meer, meer, meer
maar we mogen niet
meer falen

Een held struikelt
maar staat op
een-nul voor de held
want hij overwint
het monster
het lot
en alles ertussenin
maar wat hij ook doet
een held mag niet falen

Want falen is voor losers
verliezers
zwakkelingen
nul-een
nu aan kop
onderin
achterop
slecht begin
halve eind
en ook hij mag niet falen

Want hij
moet eruit halen
wat erin zit
al kun je van een kale kip niet plukken
je kunt het vel er wel
afrukken
tot op het bot
dat noemen we dan
separatorvlees

ooit geweest
van een niemand
zonder nut
zonder doel
rondgerend
als een kip
met een kop
want hij stak hem
in het maaiveld
niet op
en het beste wat hij kon
was er zijn
langs de lijn

dat is de prijs die hij moet betalen
zodat jij en ik niet meer kunnen falen

 

Daar zit een luchtje aan

De lievelingsknuffel van de Watermeloen is een konijn dat na twee jaar kwijlen/sabbelen/snotteren de koosnaam Stinkiestankie heeft gekregen.
Zoals de naam al zegt: het beest stinkt een uur in de wind en als de Watermeloen met de stinkbom aan komt lopen, zou ik zweren dat poeplucht potentie heeft om als parfum verkocht te worden.

Watermeloen is desondanks dol op Stinkiestankie. Hij staat er mee op, hij gaat er mee naar bed. Wat zeg ik? Zonder kan hij niet slapen.
En dat is een probleem. Want Stinkiestankie riekt alsof het vijf jaar op de bodem van het riool heeft gelegen en Watermeloen hapt er in alsof er niets in de wereld beter smaakt dan een vies oud stinkkonijn.
Ik kon het niet meer aanzien.

Op een ochtend zag ik mijn kans schoon. De Watermeloen was bezig met een puzzel. Stinkiestankie lag naast hem op de grond. Vlug gooide ik een doos met honderd puzzelstukjes over de Watermeloen. In alle commotie die ontstond griste ik Stinkiestankie van de grond en stopte hem onder mijn trui.
‘Sorry!’
‘ZOVEEL!’ mopperde de Watermeloen.
‘Ja, dat kan je wel, grote jongen!’

En ik sloop naar de zolder en propte Stinkiestankie in de wasmachine voor een snelwas met een driedubbele schep wasmiddel.
Toen ik terugkwam, was de Watermeloen nog steeds bezig.
‘ZOVEEL!’ klaagde het jong en ik gaf hem een aai over de bol.

Gelukkig overleefde Stinkiestankie de make-over en het intensieve droogproces met een haardroger -don’t ask- en kon ik het die avond al bij de Watermeloen op bed leggen.
Ik was even bezig met de kleine Puk toen ineens een ijzige schreeuw door het huis klonk.
‘Wat is er, jongen?’
‘NIET STINKIESTANKIE!’
‘Wat? Oh dat is wel Stinkiestankie! Hij is alleen schoon!’
‘NEE!’ zei hij resoluut en hij smeet het konijn tegen de muur, ‘NIET STINKIESTANKIE!’
Ik raapte het konijn op en legde uit dat het toch echt Stinkiestankie was.
Maar de Watermeloen was niet overtuigd.
‘KIJK!’ zei hij stellig en hij drukte het konijn in mijn neus, ‘NIET STINKIESTANKIE! KONIJN!’

Sinds die avond heet de knuffel weer gewoon Konijn en doolt de Watermeloen door de nachten op zoek naar zijn geliefde, verloren Stinkiestankie.
‘STINKIESTANKIE! WAAR BEN JE NOU?’
Elk. Uur. Van. De. Nacht.

Misschien dat ik Konijn toch maar in een bak azijn ga leggen.