Laten we vooropstellen dat Puk een kind van haar moeder is.
De hele dag door kakelt ze vrolijk de oren van je kop (dat heeft ze van haar vader), maar zodra ze aan tafel zit, met haar bestek in de aanslag en het bord onder de neus is ze muisstil.
Puk buigt zich over haar bord en het komende kwartiertje zie je alleen nog de kruin op haar kop.
Eten is een serieuze aangelegenheid, daarom moet dat in opperste concentratie gebeuren.
Vol focus eet ze haar eten in een mum van tijd op.
Als je niet beter zou weten, zou je haast denken dat ze uitgehongerd wordt hier!
Zodra het bordje leeg is, zal Puk weer van zich laten horen.
“Toetje!” roept Puk dan, terwijl ze demonstratief haar bord van zich afschuift.
En zodra ze klaar is met haar toetje roept ze: “Meer!”
U begrijpt, eten is voor Puk net zo’n serious business als voor haar mama olie voor de Verenigde Staten.
Ik was vanmiddag dan ook hoogst verbaasd toen Puk haar Dorakoekje opzij legde. Ze had er een beetje aan geknabbeld, misschien een hapje of twee eraf gekauwd, maar ze legde hem echt weg.
Nu was de Puk al een paar daagjes niet zo lekker, met koorts, drama en veel ellende.
Dus misschien had ze niet zoveel trek?
Ik dacht er niet al te veel over na en volgde mijn instinct: het koekje ging *hop* in mijn mond.
Best lekker, die Dora-koekjes.
Zouden ze ook voor volwassenen moeten maken #Verkade.
Ik zou zó een rol achterover kunnen schuiven!
Maar om nou op het werk te verschijnen met een Dora-snack.
Dat gaat zelfs mij te ver.
Het koekje was nog niet achter de kiezen, of ik hoorde Puk roepen.
Haar stem klonk hoog en ze ademde snel.
“Koekje?”
“Koekje! Waar ben je nou?”
En met die laatste zin, steeg de hitte naar mijn wangen.
“Koekjeeeee?!” En Puk begon aan een heuse zoektocht.
Puk keek onder de tafel, achter de bank, overal ging ze langs.
Geen hoekje sloeg ze over en ik zag haar ogen wild om zich heen schieten.
Binnen de kortste keren, begon Puk lades en kasten open te trekken.
Haar haar verwilderd om haar koppie. “Koekje, waar ben je nou???”
Uiteraard was dat koekje juist het allerlaatste koekje hier in huis.
Dus wierp ik me gauw op de grond en keek onder de bank.
“Koekje! Waar ben je? Puk zoekt jou!”
In Puks oogjes welden tranen op.
Zachtjes snikte ze “koekje…”
Alsof ze langzaam maar zeker besefte dat ze haar koekje nooit meer terug zal zien.
Dus ik deed wat elke ouder zou doen.
In het kader van eerlijk duurt het langst, stak ik mijn vinger uit en riep:”Kijk!” – ik wees uit het raam.
“Kijk, daar! Een vogel met zes vleugels!”
Puk rende naar het raam en miste op een haar na het gedrocht uit haar moeders grote fantasie.
“Vogel! Waar ben je nou?” vroeg Puk beteuterd, waarop ik besloot het enige juiste te doen.
Ik sloot mijn ogen, haalde diep adem en vroeg aan de Puk:
“Wil je een stukje chocola?”