“Ik voel me zo elléndig,” jammerde ik, “mijn buik zit in de weg, mijn lies doet zeer, ik kan niet normaal meedoen met de samenleving…”
Het was midden in de nacht.
Tranen stroomden over mijn wangen.
En Lief snakte naar een beetje nachtrust.
Hij : *zucht* “Wil je een ijsje?”
Ik : “Huh?”
Hij : “Wil je een ijsje?”
Ik : “Hebben we dat dan?”
Hij : “Ik dacht, je zoekt troost…”
Ik : “Uhm, klopt, maar ik hoef nu geen ijs.”
Hij : “Oh, gelukkig. Want we hebben geen ijs in huis.”
En laatst. Maakte Lief me ook zo gelukkig.
Ik : “Hier staat dat veel mannen hun vrouwen extra sexy vinden tijdens de zwangerschap.”
Hij : “…”
Ik : “Maar dat geldt niet voor jou, he?”
Hij : “Nou, het is niet bepaald ‘Oeh, wat sexy, die dikke buik en striemen’.”
Of vanmorgen.
Hij : “Wie moet ik eigenlijk bellen tijdens de bevalling?”
Ik : “Mijn zus.”
Hij : “Nee, de kraamzorg of verloskundige of huisarts…”
Ik : “Die hoef je helemaal niet te bellen.”
Hij : “Niet?”
Ik : “Het kan wel 24 uur duren en de verloskundige komt echt niet langs als ik één wee heb.”
Hij : “24 uur!?!”
Ik : “Ja, erg he?”
Hij : “Dan moet ik zorgen dat er genoeg koffie in huis is!”
En later op de dag.
Ik : “Wist je dat er zoiets bestaat als een totaal ruptuur?”
Hij : “Wat is dat?”
Ik : “Nou, dan gebeurt er iets tijdens de bevalling en scheur je helemaal van voor naar achteren uit.”
Hij : “He, bah!”
Ik : “Ja, heel vervelend, want dan moet je ook nog aan die pilletjes zodat je ontlasting gedurende langere tijd dun blijft en zo.”
Hij : “Hou op! Ik hoef het allemaal niet te weten!”
Ik : “Nou, ik ook niet!”
Hij : “Kan je niet gewoon… Gewóón bevallen?”
Ik : “Kan JIJ het niet gewoon doen?”
Hij : “Ik zorg al voor de koffie!”