Het jaar van de billenman

Hoewel ik geen praktiserende Chinees ben, zijn sommige gebruiken best handig.
Zo begon gister Chinees Nieuwjaar – de beste wensen, allemaal!
De mist in gegaan met je goede voornemens?
Zeg gewoon dat je een ánder nieuw jaar bedoelde.
Heel logisch.
Tegenwoordig volgt iedereen een alternatief dieet, waarom niet een andere kalender?
Voel je je vooral niet schuldig dat je na vier weekjes 2017 alweer op de bank hangt in plaats van in de sportschool: het nieuwe jaar was gewoon nog niet begonnen.

Nu had ik zelf weinig voornemens, behalve dat ik 26 boeken wilde lezen dit jaar en meer bewegen.
Gelukkig loop ik daarmee niet achter, maar juist vóór volgens de Chinese jaartelling *ahum*.
Alleen heeft de Watermeloen mijn e-reader op de grond gesmeten.
En dat is een probleem.
Een halve e-reader met zeven barsten in het scherm is nog daar aan toe, maar dat smíjten van Watermeloen.
Daar moeten we het eventjes over hebben.
Want helaas heeft hij meer barbaarse neigingen die gecultiveerd moeten worden, naast dat smijten.
Wat dat betreft zou ‘kind opvoeden’ eigenlijk een beter voornemen zijn.

Zo heeft Watermeloen het geduld van een popcorn en is hij liever moe dan lui.
Geen idee van wie hij het heeft, maar als ik niet beter zou weten zou ik zeggen: niet mijn kind.

Nog meer aanwijzingen?
Watermeloen is ontzettend eigenwijs en kan al achteruit inparkeren met zijn bolderkar.
Bovendien is het een jongen van weinig woorden.
De meloen bedient zich met ‘die!’ en ‘DIE!’ en dat was het wel zo’n beetje.

Je kunt veel over mij zeggen, maar stil ben ik zeker niet.
Maar Watermeloen is een typisch gevalletje stille watermeloenen diepe gronden.

Eén moment lette ik niet op of Puk riep vol afschuw uit: “Mama! Hij heeft de billencrème te pakken!”
Meneer vond een krukje, schoof het voor de commode, en heeft zichzelf opgetrokken om bij de sudocrème te komen.

Bij de pot billencrème komen was één.
Zijn echte doel was zichzelf helemaal ondersmeren.
Lekker, joh!
In zijn haren, op zijn snoet, aan zijn oren.
Overal had Watermeloen sudocrème zitten.
Behalve op zijn billen.

Even twijfelde ik of ik mijn telefoon moest pakken.
Een paar delicate foto’s zijn immers goud waard bij latere onderhandelingen.
Maar voor ik iets kon doen, rende de billenmans op me af en zaten we met zijn allen onder de witte, plakkerige billencrème.

Opvoeden.
Ik ga dat maar weer eens oppakken in het nieuwe jaar.
Volgens de Joodse kalender.

Hoe ik mijn kind vergiftigde

Vannacht sliep Watermeloen door.
En hoe!
Van 23:00 tot 5:45 lag Watermeloen te slapen.
Als een baby.
Hij snurkte niet.
Hij draaide niet.
Hij gaf geen kick.

Arme Watermeloen.
Hij was vergiftigd.
Door zijn eigen moeder.

Je leest het goed.
Ik heb Watermeloen vergiftigd.
Niet opzettelijk of zo.
Maar ja, dat maakt het er niet minder erg op.

Een paar uur ervoor keek ik in de koelkast.
“Puk, wil je een kiwi of een banaan?” vroeg ik aan Puk.
“Een banaan,” zei het meisje.
En dus prakte ik de kiwi voor de Meloen.
Al is prakken misschien een groot woord, ik pakte de staafmixer en pureerde de kiwi aan gort.

Ik plantte Watermeloen in de wipstoel, deed hem een slabber om en voerde hem hapjes kiwi.
Hij deed zijn mondje open en weer dicht.
Open en weer dicht.
En af en toe trok ie een lelijk gezicht.
Dat vond ik dan weer grappig.
“Is het zuur, jochie?” en ik stak er weer een lepel in.

Op een gegeven moment poetste ik toch maar even zijn gezicht.
Dat was zo rood geworden.
Zijn wangen, zijn kin…
En leek het maar zo of begon Watermeloen als een dolleman te krabben in zijn nek?
In een paar minuten kleurde Watermeloen van top tot teen knalrood.
Zijn hoofd, zijn nek, zijn rompje.
Overal verschenen er blaasjes en bulten.
Dit was Hele.Foute.Boel.

Met Meloen op de arm belde ik de huisarts.
“Dit is het antwoordapparaat van huisartsenpraktijk…
Op dit moment zijn wij niet aanwezig.
Voor spoed belt u …
Voor dringende zaken die niet kunnen wachten tot de volgende dag, belt u …
Ik herhaal: …”

Uiteraard had ik geen pen en papier bij de hand.
En was dit nu spoed of een dringende zaak die niet kan wachten?
Toch maar nog eens het hele bericht opnieuw afluisteren.
En na drie (!) keer wist ik het.
Meloen was als een kreeft die in een pan met kokend water was beland.
Dit kon niet wachten.

Snel toetste ik het nummer in.
0900-88XX
“Dit gesprek kost 45 cent per minuut plus de kosten voor het gebruik van uw mobiele telefoon… * TUUT * … Welkom bij Neckermann!”
Welkom bij Neckermann?!?!

Wéér het bericht van de dokterspraktijk beluisterd.
En ein-de-lijk het juiste nummer gekozen.
Het was niet 0900-88XX maar 0900-XX88
Ik heb een soort van issues met cijfers, mocht je dat nog niet zijn opgevallen.

Gelukkig nam toen de doktersassistente op.
“Heeft hij een dikke tong?”
“Dat kan ik niet goed zien.”
“Zijn zijn lippen opgezwollen?”
“Ja.”
“Zie je of zijn oren zijn opgezwollen?”
“Zijn oren? JA! ZIJN OREN ZIJN OPGEZWOLLEN!”
Het was me eerder niet opgevallen.
Maar op dat moment had het arme kind de oren van Mr. Potatohead.

“Bent u misschien in de gelegenheid om langs te komen?”
“Ja, ik denk het wel. Ik moet wel even wat regelen.”
“Okee, mevrouw, komt u dan toch maar hierheen en als u in de tussentijd merkt dat uw kindje het benauwd krijgt, dan belt u direct 112.”
ÉÉN ÉÉN TWEE?!?!

Ik zal het maar bekennen.
Ik ben niet geschikt voor crisis situaties.
Op blote voeten ben ik met Watermeloen naar de buren gerend.
“Ik heb Watermeloen kiwi gegeven en nu…*snik*… nu… *snik*… moet…*snik*”
Gelukkig was mijn buurvrouw zo helder.
Ik hoefde niet verder uit te leggen.
Zij heeft Puk – arme Puk – in de auto gezet en mij en de Watermeloen met een hoofd als een rode skippy bal en oren als twee rijpe mango’s naar het ziekenhuis gebracht.

Lief werd ingelicht.
Watermeloen kreeg een slokje anti-histamine.
En sliep daarna als een baby.
Hij snurkte niet.
Hij draaide niet.
Hij gaf geen kick.

En ik?
Ik heb de hele nacht wakker gelegen.

Hoe het trotse monster met beide benen op de grond werd gezet

Ik nam het me echt voor.
Ik zou niet zo’n moeder worden.
Zo’n trots monster dat haar hele Facebook timeline vult met foto’s van de dotjes.
Hier eet ze een appel.
Hier eet ze een peer.
Hier eet ze een banaan.
Met haar neus.
Ha ha!

Of.
Kijk eens hier!
Applaus graag!
Want mijn zoon kan draaien/zitten/kruipen/lachen als een boer met kiespijn.

Okee, toegegeven.
Als ik héél objectief en eerlijk en rechtuit ben, dan moet ik toch wel zeggen dat mijn kinderen best goed gelukt zijn.
En als ik Oma mag geloven, zijn ze echt heel knap.
En Oma’s liegen niet.
Maar toch.

Je hebt gewoon een categorie moeders waar je niet bij wilt horen.
Van die nare proud moms die iets te vol zijn van hun kinderen.
Wiens Pietje, Klaasje, Marietje al beter kan tekenen dan Van Gogh.
“Want ik had óók naar de kunstacademie gekund, maar ik koos toch voor een studie.”
Zoiets.

Die moeders zijn net zo vervelend als de fit moms met een Instagram account vol selfies.
In kekke outfits.
Mét strakke buik.
En zonder wallen.
Al wil ik best tot die categorie horen.

Gelukkig kan ik mijn narcistische neigingen prima verbergen.
En als ik weer eens een keer denk dat mijn kinderen de mooiste en de slimste zijn, dan is daar Zus nog.
Mijn lieve grote Zus is namelijk hét toppunt van Hollandse nuchterheid.
Met een Aziatisch tintje.
Dat weer wel.

Zo stuurde ik Zus een appje met een prachtige foto van Watermeloen.
Het was hem net gelukt om te gaan zitten en hij keek reuzeguitig naar de camera.
Dit behoeft geen bijschrift.
Het is óverduidelijk dat er een Olympisch wonder in Watermeloen schuilt.
Zeven maanden oud en nu al zelf zitten!
En snoezig in de camera kijken alsof het geen moeite kost.
Dat is toch wel heel, heel, héél bijzonder.

Gelukkig kreeg ik bijval van Zus.
“Ahhhh… Schatje!” appte ze.
Een scherpe analyse, al zeg ik het zelf.
En de lovende woorden stopten niet.

“Wat is er met zijn haar gebeurd?!”
Gevolgd door het gouden advies:
“Mannen onder en boven een bepaalde leeftijd niet van boven fotograferen.”
Met drie janksmiley’s op de koop toe.

Zo!
Boem!
Met beide benen terug op de grond.
Neergesabeld door mijn eigen zus.

Die selfie met de platte buik laat ik vandaag ook maar achterwege 😉

Zoals de klok thuis tikt

Lief is nogal van de klok.
Lunchen doe je niet voor 12 uur en pannenkoeken zijn geen avondmaal.
Dat soort dingen.
Het is dan ook niet gek dat je daar kinderen met een tik van krijgt.

Stel, de stroom valt uit en je iPhone belandt in de wc, dan kun je aan Watermeloen horen hoe laat het is.
Niet dat Watermeloen een biologische klok heeft, het is eerder een zandloper.
Na elke maaltijd heb je precies vier uur.
Daarna is de wereld te klein (en de honger te groot).

En die zandloper, die blijft dus lopen.
Ook als de zon allang onder is.
En vier uur is echt kort.
Maar Watermeloen is onverbiddelijk.
Vier uur is vier uur.

Dus nét als je de mug in de kamer hebt gevonden, je met één oor op het kussen ligt en droomt over een dikke plak Tony’s Chocolonely die met karamel en zeezout, please dan begint Watermeloen te murmelen.
Eerst nog zachtjes.
Dat betekent dat de laatste tien minuutjes zijn ingegaan voor Het Echte Werk begint.
Je kunt over Watermeloen zeggen wat je wilt, maar het is een volhouder.
Stoppen is geen optie.
En opgeven bestaat niet.
Het Echte Werk betekent huilen, mopperen en klagen tot de fles in zijn mond zit.

Maar ja.
Watermeloen heeft zijn koppigheid niet van een vreemde.
En soms, heel soms, heb ik gewoon geen zin.
Geen zin om op te staan.
Dan knijp ik mijn ogen dicht.
En zeg ik tegen mezelf.
“Ik slaap, ik slaap, ik slaap”
en
“Ik hoor niets, ik hoor niets, ik hoor niets”
Maar ja, het is toch wel zielig voor Watermeloen.
Helemaal alleen in zijn bedje, hongerig en verdrietig.
en wat moeten de buren er wel niet van denken

Dan zucht ik diep.
Fluister ‘sorry’ en geef Lief een duw.
Zo snel mogelijk draai ik me om en veins een diepe, diepe slaap.
Ik weet het.
Het is schaamteloos en onethisch.
Maar je krijgt er wel veel voor terug!
Vier uurtjes extra slaap bijvoorbeeld.

Ik schreef er ook een gedichtje over. Lees je al mee op Instagram?